Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVVP VJC 2014

donderdag 10 april 2014 15:30 - 15:48

S41.1 Een gedetailleerde analyse van wittestofparameters in relatie tot psychotische kwetsbaarheid

Michielse, S., Gronenschild, E., Domen, P.A.E., Habets, P., Os, J. van, Marcelis, M.C.

Voorzitter(s): M.C. Marcelis

Locatie(s): Zaal 04/05

Categorie(ën):

ACHTERGROND

Er is bewijs voor structurele disconnectiviteit bij mensen met een psychotische stoornis. Daarbij wordt reductie van fractionele anisotropie (FA) vaak geïnterpreteerd als een verstoorde integriteit van witte stof. FA is echter een vrij breed gedefinieerde uitkomstmaat die myelinisering, vezeldichtheid en het aantal axonen omvat. Veranderingen in wittestofintegriteit die worden gemeten met FA, kunnen dus een verschillende oorsprong hebben.

 

DOEL 

Het meten van diverse parameters die achtergrondinformatie geven over microstructurele wittestofveranderingen bij mensen met (een kwetsbaarheid voor) een stoornis.

 

METHODEN

Diffusie-gewogen beelden (DTI) zijn gemaakt van 85 patiënten met een psychotische stoornis, 93 niet-psychotische broers en zussen van patiënten en 80 gezonde controlepersonen. Met voxel-gebaseerde analyse zijn de diffusieparameters axiale diffusiviteit (AXD), radiale diffusiviteit (RD), gemiddelde diffusiviteit (MD), lineaire vorm (CL) en vlakke vorm (CS) vergeleken tussen de drie groepen. AXD zegt iets over het aantal axonen, RD over de myelinesamenhang, MD en CS over de bijdrage van vrij water in de witte stof en CL over de organisatie van de witte stof.

 

RESULTATEN

De AXD liet geen verschil zien tussen de groepen. RD- en CS-waarden waren significant hoger in patiënten dan in controlepersonen en broers en zussen. MD in patiënten was verhoogd ten opzichte van de controlepersonen, maar niet ten op zichte van de broers en zussen. CL was lager in de patiënten dan in de controlepersonen en broers en zussen.

 

CONCLUSIE

De verhoogde RD, MD en CS in patiënten, in combinatie met de afwezige groepsverschillen in AXD, wijst op myelineveranderingen. Dit wordt ondersteund door afname in CL, hetgeen indicatief is voor een verminderde organisatie en afname van myeline in de witte stof. Resultaten suggereren dat myelineafwijkingen, en niet axonverlies, ten grondslag liggen aan structurele disconnectiviteit bij patiënten met een psychotische stoornis.