Koorevaar, A.M.L., Comijs, H.C., Dhondt, A.D.F., Marwijk, H.W.J. van, Mast, R.C. van der, Naarding, P., Oude Voshaar, R.C., Stek, M.L.
Locatie(s): Johannes Ramaer Zaal
Categorie(ën): Epidemiologie; Psychotherapie; Symposium
ACHTERGROND
Er is de laatste jaren steeds meer wetenschappelijke belangstelling voor de rol die persoonlijkheid speelt bij depressie op latere leeftijd, en de implicaties hiervan voor de klinische praktijk.
DOEL
Dit onderzoek, dat onderdeel uitmaakt van de Nederlandse Studie van Depressie bij Ouderen (NESDO), had als doel de relatie te onderzoeken tussen enerzijds persoonlijkheidskenmerken en anderzijds zowel de aanwezigheid, ernst als de ontstaansleeftijd van depressie op latere leeftijd.
METHODE
De onderzoeksgroep bestond uit 512 participanten in de leeftijd van 60 tot 93 jaar, van wie 378 depressief en 132 niet-depressief. Om de persoonlijkheid vast te stellen werd de NEO-Five Factor Inventory (NEO-FFI) gebruikt. Hierbij werden vijf persoonlijkheidsdimensies onderscheiden: Neuroticisme, Extraversie, Consciëntieusheid, Openheid voor ervaringen en Altruïsme. Depressieve stoornissen werden vastgesteld met de Composite Interview Diagnostic Instrument (CIDI), en de ernst van depressieve klachten met de Inventory of Depressive Symptomatology (IDS).
RESULTATEN
Depressieve ouderen hadden vergeleken bij niet-depressieve ouderen hogere scores op Neuroticisme (OR=1.35, 95% CI=1.28 - 1.43), en lagere scores op Extraversie (OR=.79, 95% CI=.75 -.83), Consciëntieusheid (OR= .83, 95% CI=.79. - .87) en Altruïsme (OR=.95; 95% CI=.91 - .99). Ernstiger depressieve symptomen gingen eveneens gepaard met hogere scores op Neuroticisme (B =1.21, p <.001) en lagere scores op Extraversie (B = -1.18, p <.001), Consciëntieusheid (B =.-1.17, p <.001) en Altruïsme (B = -.55, p <.001). Verder bleek een vroegere ontstaansleeftijd van een depressie geassocieerd te zijn met hogere scores op Neuroticisme (B = -.36, p =.019), Openheid (B = -.76, p = .001) en Altruïsme (B = -.54, p =.010), en lagere scores op Consciëntieusheid (B = .40, p =.031).
CONCLUSIE
Dit onderzoek heeft een significant verband aangetoond tussen persoonlijkheidskenmerken en depressie bij ouderen, en suggereert het belang van de integratie van persoonlijkheidsdiagnostiek in de behandeling van depressie op latere leeftijd.