Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 10:30 - 12:00u

S53.2 Roken tijdens de zwangerschap en emotionele problemen bij het kind: de relevantie van het 5-HTTLPR-genotype

Cents, R., , Velders, F., Verhulst, F., Lambregtse-van den Berg, M.P., Hudziak, J.

Locatie(s): Auditorium 2

Categorie(ën): Diagnostiek; Farmacotherapie; Neurowetenschappen; Symposium

ACHTERGROND

Serotonine is betrokken bij de ontwikkeling van neurale circuits die emotionele responses moduleren. Het korte (s) allel van het serotonine-repeat-polymorfisme (5-HTTLPR) is een risicofactor voor psychopathologie in de aanwezigheid van omgevingsstressoren.

Roken tijdens de zwangerschap is geassocieerd met groeirestrictie van de (humane) foetale hersenen. Bovendien is aangetoond dat prenatale blootstelling aan nicotine een negatief effect heeft op het zich ontwikkelende serotoninesysteem in de hersenen.

 

DOEL

De huidige studie onderzoekt of kinderen die het s-allel van het 5-HTTLPR-polymorfisme dragen en wiens moeders gerookt hebben tijdens de zwangerschap, een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van emotionele problemen.

 

METHODE

In een sample van n=1529 moeders en kinderen werd actief roken door de moeder tijdens de zwangerschap uitgevraagd met vragenlijsten tijdens de verschillende zwangerschapstrimesters. Informatie over het 5-HTTLPR-genotype was beschikbaar voor zowel moeders als kinderen. Emotionele problemen bij het kind werden in kaart gebracht met de Child Behavior Checklist (CBCL) toen het kind 3 jaar oud was. Met lineaire regressiemodellen werd gezocht naar de associaties tussen roken, 5-HTTLPR, de interactie tussen roken en 5-HTTLPR en emotionele problemen.

 

RESULTATEN

Roken van de moeder en 5-HTTLPR waren elk afzonderlijk niet geassocieerd met emotionele problemen. Roken van de moeder tijdens de zwangerschap verhoogde echter het risico op emotionele problemen bij kinderen die het s-allel droegen (p=0.03 (moeder-rapportage), p=0.001 (vader-rapportage)). Ook de interactie tussen roken en 5-HTTLPR-genotype van de moeder voorspelde emotionele gedragsproblemen bij het kind. In de subgroep van kinderen die heterozygoot waren voor 5-HTTLPR en waarvan de moeder had gerookt tijdens de zwangerschap (n=79), nam het risico op emotionele problemen toe met elk additioneel s-allel dat de moeder droeg.

 

CONCLUSIE

Deze resultaten impliceren dat de kwetsbaarheid voor emotionele gedragsproblemen bij kinderen die het s-allel dragen reeds ontstaat tijdens het foetale leven.