Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

vrijdag 12 april 2013 8:30 - 10:00u

S48.3 De invloed van tardieve dyskinesie op het sociaal functioneren bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA)

Shakir, M., Tenback, D.E., Harten, P.N. van

Locatie(s): Pieter Baan Zaal

Categorie(ën): Bijscholing; Symposium

ACHTERGROND

Tardieve dyskinesie (TD) is een bewegingsstoornis die kan optreden als een bijwerking van antipsychotica. Het kan schaamte en daarmee sociale isolatie veroorzaken. Bij patiënten met Morbus Parkinson is aangetoond dat die mensen met ernstige bewegingsstoornissen ook slechter sociaal functioneren.

 

DOEL

De vraag is hoe bewegingsstoornissen, waaronder TD, het sociaal functioneren van patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) beïnvloeden.

 

METHODE

Een dwarsdoorsnede-onderzoek werd uitgevoerd in GGz Centraal, locatie Zon en Schild in Amersfoort. Er werden 161 patiënten (opname >1 jaar) met EPA gescreend door getrainde medewerkers met gevalideerde vragenlijsten. Het onderzoek werd aangevuld met data uit het elektronisch patiëntendossier.

TD werd gemeten met de St Hans Rating Scale, en Schooler en Kane-criteria werden gebruikt voor case definition. Het sociaal functioneren werd gemeten met items van de Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS). Lineaire regressieanalyse werd gebruikt om de invloed van TD op het sociaal functioneren bij patiënten met EPA te evalueren.

 

RESULTATEN

TD was significant gerelateerd aan het sociaal functioneren. De verklaarde variantie van het model was 40,6% (nagelkerke R square). De aanwezigheid van TD, leeftijd, opnameduur, benzodiazepine-gebruik en negatieve symptomen waren significant geassocieerd met slecht sociaal functioneren.

De volgende associaties met TD uitgedrukt in beta’s (β) werden gevonden: ‘problemen met dagelijkse activiteiten’ (β = 0,36; p = 0,01), ‘problemen met huisvesting’ (β = 0,14; p = 0,05) en ‘problemen met werk en vrije tijd’ (β = 0,18; p = 0,05). Er was geen associatie met ‘problemen met relaties’ (β = 0,11; p = 0,13).

 

DISCUSSIE

TD was significant gerelateerd aan slechter sociaal functioneren bij patiënten met EPA. Opvallend was het ontbreken van een associatie met het item ‘problemen met relaties’, een gebied dat waarschijnlijk samenhangt met gevoelens van schaamte. De associatie was voornamelijk gerelateerd aan dagelijkse activiteiten en huisvesting. Het is mogelijk dat TD samengaat met slechter algemeen functioneren.