Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

donderdag 11 april 2013 17:30 - 19:00u

S45.2 De langetermijneffecten van cognitieve therapie en antidepressiva bij depressie in geval van persoonlijkheidsproblematiek

Bockting, C.L.H.

Locatie(s): 2.1 Colorado

Categorie(ën): Bijscholing; Symposium

TOELICHTING

De meeste mensen die behandeld worden voor een depressie, krijgen een antidepressivum (AD), al dan niet in combinatie met een psychologische behandeling. De combinatie wordt veelal gegeven bij matige tot ernstige depressies, maar ook om terugval te voorkomen, bij deze recidiverende aandoening. Maar biedt het voor alle patiënten wel een betere bescherming tegen terugval? Er zijn aanwijzingen dat de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis hierbij een rol speelt (Fournier et al., 2008).

 

METHODEN

In onze voorgaande studie (n=172) bleek dat de combinatie van AD met preventieve cognitieve therapie (PCT) minder effectief was (54% terugval) in de preventie van terugval over 2 jaar, dan PCT alleen (8%); dit kon niet verklaard worden door baseline-verschillen (Bockting et al., 2008). Daarnaast onderzochten we of patiënten die hersteld zijn van een recidiverende depressie met een comorbide persoonlijkheidsstoornis, minder goed profiteerden van een kortdurende psychologische behandeling.

 

CONCLUSIES

Ook voor patiënten met een comorbide persoonlijkheidsstoornis lijkt PCT een effectieve methode om terugval te voorkomen (p=0.019). Aan de orde zal komen of het hebben van een persoonlijkheidsstoornis een indicatie is voor PCT, en of een combinatiebehandeling aangewezen is om terugval te voorkomen.

In deze presentatie komen verklaringen voor deze bevinding aan de orde, alsmede de implicatie voor de klinische praktijk.

 

LITERATUUR

Bockting et al (2008), Psychoth Psychosom; 77, 17 – 26.

Fournier et al (2008), Br J Psychiatry;192:124-9