Simons, C.
Locatie(s): Pieter Baan Zaal
Categorie(ën): Neurowetenschappen; Symposium
ACHTERGROND
Psychotische stoornissen worden stelselmatig in verband gebracht met neurocognitieve afwijkingen. Deze afwijkingen zijn in subtielere vorm terug te vinden bij eerstegraadsfamilieleden, wat suggereert dat cognitieve beperkingen een reflectie zijn van de expressie van genetisch risico voor psychose.
DOEL
Het doel van de huidige studie was om te onderzoeken of geselecteerde kandidaat single-nucleotide polymorfismen (SNP’s) voor schizofrenie geassocieerd zijn met i) neurocognitief functioneren in populaties die verschillen in graad van genetisch risico voor psychose; en ii) psychotische stoornis.
METHODE
De relatie tussen 152 SNP’s in 43 kandidaat-genen en neurocognitie werd onderzocht in 718 patiënten met een psychotische stoornis. Replicatieanalyses werden uitgevoerd in 750 broers/zussen zonder psychose en 389 gezonde controlepersonen.
RESULTATEN
Binnen de patiëntgroep werden 13 significante associaties gevonden tussen SNP’s en cognitief functioneren. Vervolganalyses met deze SNP’s toonden een significante replicatie voor een SNP in het vesiculair monoamine transporter 2-gen (VMAT2) in broers/zussen en een trendreplicatie voor deze SNP in controlepersonen. Het allel dat geassocieerd was met slechtere cognitie, ging tevens gepaard met een significant verhoogd risico voor psychotische stoornis, een associatie die gemedieerd werd door cognitief functioneren.
CONCLUSIE
Genetische variatie in VMAT2 is mogelijk geassocieerd met het verminderd cognitief functioneren waarmee een psychotische stoornis gepaard gaat, mogelijk door veranderd transport van monoamines in de synaptische blaasjes.