Ruijter, A.M. de, Goddard, N., Breetvelt, E.J., Klaassen, M.C., Becker, H.E.
Locatie(s): Johannes Ramaer Zaal
Categorie(ën): Diagnostiek; Discussiegroep
ACHTERGROND
De duur van de onbehandelde psychose wordt in verband gebracht met een langere duur tot remissie, minder volledige remissie, meer psychotische terugvallen en negatieve symptomen. De bestaande multidisciplinaire richtlijn is vooral gericht op volwassenen.
Het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie vertaalt wetenschappelijke kennis naar praktisch toepasbare protocollen voor de praktijk. Het heeft de wetenschappelijke kennis met betrekking tot psychotische stoornissen bij kinderen en jeugdigen naar leeftijdscategorieën bijeengebracht: psychose op de kinderleeftijd (voor het 12de levensjaar oftewel Very Early Onset Schizophrenia), psychose bij adolescenten (12- tot 16-jarigen, oftewel Early Onset Schizophrenia) en psychose bij jongeren ouder dan 16 jaar. De richtlijn bestaat nu ruim een jaar en is vaak geraadpleegd.
Tijdens deze discussiegroep zal aan de hand van stellingen op interactieve manier stilgestaan worden bij de diagnostiek en behandeling van psychose bij kinderen en jeugdigen. Naast de mogelijkheden voor de deelnemers om hun kennis over diagnostiek en behandeling te verdiepen, geeft de discussie ook nieuwe input voor de herziening en aanpassing van het protocol.
STELLINGEN
Stelling 1
21% van de jeugdigen zegt ‘ja’ op de vraag ‘heb je ooit stemmen of geluiden gehoord die niemand anders kan horen’. Moeten wij die 21% behandelen voor een psychose?
De betekenis van stemmen horen en andere psychose-achtige symptomen bij kinderen en jeugdigen is niet altijd duidelijk. Aan de ene kant komen deze ervaringen vaak voor en zijn ze niet per se pathologisch; maar aan de andere kant is er een associatie met psychische stoornissen. Zijn de oorzaken van psychotische symptomen anders bij ‘gezonde’ mensen dan bij mensen die een schizofrenie ontwikkelen? Uit psychologische en fysiologische onderzoeken blijkt dat de oorzaken hetzelfde zijn. De risicofactoren zijn ook ongeveer hetzelfde. De kans op het ontwikkelen van een schizofrenie is groter bij kinderen met een of twee ouders met schizofrenie, maar het aantal psychotische ervaringen is ook groter bij kinderen met een psychotische stoornis ondanks het feit dat die kinderen geen schizofrenie ontwikkelen. Er is ook een verschil in de betekenis van psychotische symptomen gebaseerd op de leeftijd van het kind of de jeugdige. Psychotische symptomen zijn vaker gevonden bij jonge jongeren in vergelijking met oudere jongeren, maar schizofrenie begint vaker bij jonge volwassenen. Missen wij het begin van schizofrenie of zijn psychotische symptomen soms een deel van normale ontwikkeling?
Wat moeten wij doen als wij een jongere zien die een stem hoort? De diagnose ‘psychose’ stellen en direct beginnen met antipsychotica, of kunnen wij het negeren?
Stelling 2
Alle kinderen onder de 16 jaar met een vermoeden van een psychose moeten worden verwezen naar een landelijk expertisecentrum voor diagnostiek en initiële behandeling.
Achtergrond: de incidentie van kinderschizofrenie is zo laag en de diagnostiek vaak complex waardoor naar analogie van het landelijke kinderoncologisch centrum de zorg rondom deze patiëntengroep gecentraliseerd zou moeten worden. De diagnostiek en initiële behandeling kan hierdoor op een hoger plan getild worden. Verdere behandeling zou in de eigen regio kunnen plaatsvinden. In de VS heeft een landelijk centrum voor kinderschizofrenie een grote bijdrage geleverd aan het onderzoek naar en behandeling van deze zeldzame maar ernstige ziekte. Dit is in ieder geval de visie die in de richtlijn van het kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie is geformuleerd. Tot op heden is er nog nauwelijks vorm gegeven aan deze visie. Daarbij komt ook dat het in onze huidige manier van werken nog niet gebruikelijk is om zorg voor specifieke patiëntengroepen te centraliseren. Tijdens de discussie zal stilgestaan worden bij de voor- en nadelen van zo’n soort aanpak. Ook de ingewikkelde differentiaaldiagnose zal aan bod komen. De uitkomsten van de discussie kunnen gebruikt worden voor de herziening van de richtlijn en de verdere ontwikkeling van expertisecentra.
Stelling 3
Bij het voorschrijven van antipsychotica hoort screening op metaboolsyndroom. De vraag is in hoeverre we bij jongeren onder de 18 jaar dezelfde screening moeten hanteren als in de volwassenenzorg, of volstaat bijvoorbeeld alleen screening op gewichtstoename? En zo ja, moet dat dan ook voor de kinderen en jongeren die antipsychotica gebruiken voor een andere stoornis? Voorstel is om dat wel te doen, zeker voor de groep van 12- tot 18-jarigen.
Stelling 4
Ter preventie van relaps worden antipsychotica veelvuldig voorgeschreven bij jongeren met een eerste psychose. Is onderhoudsbehandeling altijd geïndiceerd? Hoelang moet hiermee doorgegaan worden? Is ’targeted treatment’ een juiste strategie? Wat is de plaats van langwerkende (depot-)antipsychotica bij jeugdigen? Tijdens de discussie zal aan de hand van casuïstiek en recente literatuur stilgestaan worden bij dilemma’s uit de praktijk.
LEERDOELEN
Aan het eind van de sessie hebt u inhoudelijke kennis van de diagnostiek en behandeling van de vroege psychose.
LITERATUURVERWIJZING
Freeman, D. (2006). Delusions in the non-clinical population. Current Psychiatry Reports, 8, 191-204
Kelleher, I. et al (2012). Clinicopathological significance of psychotic experiences in non-psychotic Young people: evidence from four population studies. British Journal of Psychiatry, 201, 26-32
Kaymaz, N. et al (2012), Do sub-threshold psychotic experiences predict clinical outcomes in unselected non-help seeking population-based samples? A systematic review and meta-analysis, enriched with new results, Psychological Medicine, 20, 1-15
Klaassen M.C., Nieman D.H., Becker H.E., Linszen D.H. (2006). Wanneer heeft detectie van hoogrisicofactoren voor een eerste psychose zin? Tijdschrift voor psychiatrie; 48(6): 467-476
Generation antipsychotics: artificial neural network and logistic regression models.
2010 Maart; 71(3): 225-34. Epub 2009 Oct 6.
Leucht, S. et al (2012). Maintenance treatment with antipsychotic drugs for schizophrenia. May 16; 5.
Linn, C.C. et al (2010). Easy and low-cost identification of metabolic syndrome in patients treated with second-generation antipsychotics: artificial neural network and logistic regression models.
Velthorst E., Nieman D.H., Becker H.E., van de Fliert R., Dingemans P.M., Klaassen R., de Haan L., van Amelsvoort T., Linszen D.H. (2009). Baseline differences in clinical symptomatology between ultra high risk subjects with and without a transition to psychosis. Schizophrenia Research; 109(1-3): 60-5
http://www.kenniscentrum-kjp.nl/nl/Professionals/Themas/psychose