Waldinger, M.D.
Locatie(s): 0.4 Brussels / 0.5 Paris
Categorie(ën): Farmacotherapie; Symposium
ACHTERGROND
Seksuele functies worden beïnvloed door medicijnen die via verschillende neurotransmittersystemen en hormonen hun effect bewerkstelligen. Doordat veel medicijnen meerdere neurotransmittersystemen beïnvloeden, is het moeilijk eenduidig af te leiden welk neurotransmittersysteem voor welk effect verantwoordelijk is. Bij een goed diermodel kan men dit probleem beter benaderen.
DOEL
Meer inzicht verkrijgen in diermodellen die gebruikt worden bij seksueel psychofarmacologisch onderzoek van humane seksuele disfuncties.
METHODEN
Op basis van de literatuur en eigen onderzoek wordt een overzicht gegeven van thans bestaande diermodellen voor seksuele disfuncties.
RESULTATEN
In elk cohort mannelijke Wistar-ratten bestaan mannetjes die vanaf hun eerste copulatie of snel, of langzaam of gemiddeld tot een zaadlozing komen. Opmerkelijk is daarmee dat in elk cohort altijd 3 groepen te onderscheiden zijn, met circa 10% snelle en 10% langzame zaadlozers. Dit natuurlijke model van zaadlozing wordt sinds enige jaren gebruikt voor de bestudering van ejaculatio praecox (vroegtijdige zaadlozing) en ejaculatio retardata (vertraagde zaadlozing). Bij onderzoek van de libido van de vrouw kan een model voor seksuele motivatie van de vrouwtjesrat behulpzaam zijn, waarbij een vrouwtjesrat zelf kan beslissen met welk mannetje zij wil copuleren, maar het mannetje deze beslissing niet kan nemen. Door medicatie toe te dienen aan zowel de mannetjes- als de vrouwtjesrat kunnen de zaadlozing en de seksuele motivatie beïnvloed worden. Dit wordt opgemerkt en bestudeerd in de hiervoor genoemde diermodellen.
CONCLUSIE
Er bestaan meerdere diermodellen voor humane seksuele disfuncties. Ondanks de beperkingen die hierbij inherent aanwezig zijn, vormen ze de hoeksteen van het huidige seksueel psychofarmacologisch onderzoek bij de mens.