Boer, K. de
Locatie(s): 0.4 Brussels / 0.5 Paris
Categorie(ën): Farmacotherapie; Symposium
ACHTERGROND
Seksuele functiestoornissen bij gebruik van psychofarmaca hebben een negatief effect op de kwaliteit van leven en therapietrouw van patiënten. Er zijn grote verschillen tussen psychofarmaca wat betreft het optreden van seksuele functiestoornissen.
DOEL
Een overzicht geven van diverse aspecten van seksuele functiestoornissen bij gebruik van psychofarmaca, met nadruk op antipsychotica en antidepressiva.
METHODE
Bespreking van de literatuur en eigen onderzoek over de prevalentie van seksuele functiestoornissen bij gebruik van antipsychotica en antidepressiva, en de rol van met name het dopamine- en serotoninesysteem.
RESULTATEN
Onder gebruik van antipsychotica rapporteert 16-60% van de patiënten seksuele functiestoornissen, bij antidepressiva 25-80%. Bij antipsychotica leiden een hoge mate van dopamineblokkade en prolactineverhoging tot meer seksuele functiestoornissen. Bij antidepressiva zullen selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's), tricyclische antidepressiva (TCA's) en overige antidepressiva worden besproken. Serotonine-agonisten (mogelijk vooral via 5HT2a) veroorzaken vaak orgasmestoornissen.
CONCLUSIE
Er zijn grote verschillen in het optreden van seksuele functiestoornissen bij psychofarmaca, samenhangend met de invloed op het dopaminesysteem, prolactineverhoging, en de invloed op het serotonine- en noradrenalinesysteem. Inzicht in psychofarmacologische mechanismen biedt mogelijkheden om rationeel farmaca voor te schrijven rond seksueel (dis)functioneren.