Schuppert, M.
Locatie(s): Pieter Baan Zaal
Categorie(ën): Psychotherapie; Symposium
ACHTERGROND
De borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een ernstige en invaliderende stoornis die meestal in de adolescentie ontstaat. Het is lange tijd omstreden geweest om de diagnose op jonge leeftijd te stellen. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat BPS ook op jonge leeftijd betrouwbaar en valide vastgesteld kan worden. Specifieke behandelmethoden voor jongeren met BPS zijn echter schaars, en zijn bovendien nauwelijks op hun effectiviteit onderzocht.
DOEL
Het onderzoeken van de effectiviteit van de emotieregulatietraining (ERT) voor jongeren met (symptomen van) BPS. Daarnaast is gekeken naar mogelijke predictoren.
METHODE
109 adolescenten met BPS-symptomen (73% met de diagnose BPS) werden gerandomiseerd naar enkel Treatment as Usual (TAU), of een combinatie van ERT met TAU. De ernst van BPS-symptomen, algemene psychopathologie, en kwaliteit van leven werden gemeten.
RESULTATEN
Beide groepen verbeterden even sterk voor wat betreft de ernst van BPS-symptomen, algemene psychopathologie, en kwaliteit van leven. Bij de nameting bleek 19% van de jongeren in de ERT-groep onder de cut-off-score te zijn gekomen, tegenover 12% van de controlegroep. Bij follow-up-metingen in de ERT-groep bleek de groep verder te zijn verbeterd, maar nog steeds zat 67% van de jongeren boven de cut-off-score.
Voor wat betreft de predictoren bleek dat jongeren die op baseline hogere scores hadden voor depressie of ADHD/ODD, en de jongeren die een traumatische voorgeschiedenis rapporteerden, minder profiteerden van de behandeling. Hierin werd geen verschil tussen de twee condities gevonden. Het percentage jongeren dat tijdens de ERT afhaakte, was slechts 19%.
CONCLUSIE
Vroege interventies voor BPS-symptomen zijn goed mogelijk en nodig. De huidige studie kon geen verschil aantonen tussen de ERT en TAU. Er is behoefte aan het ontwikkelen van effectieve interventies voor jongeren met BPS-pathologie.