Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvP

donderdag 11 april 2013 13:00 - 13:30u

P35 Het elektronisch meten van bradykinesie, een pilotstudie

Mentzel, C.L., Mentzel, T.Q., Mentzel, S.V., Tenback, D.E., Harten, P.N. van

Locatie(s): Expo Foyer

Categorie(ën): Postersessie

ACHTERGROND

Recent zijn er nieuwe methodes ontwikkeld om bradykinesie elektronisch te meten. De prestaties van een patiënt worden dan op verschillende motorische taken vastgelegd. Potentiële voordelen van elektronische methodes boven schalen zoals de Unified Parkinson Disease Rating Scale (UPDRS) en de St. Hans rating scale zijn onder meer (i) een hogere nauwkeurigheid en lagere detectiedrempel dan rating scales, (ii) hoge Inter-rater reliability vereist geen ervaren clinicus, (iii) mate van bradykinesie kan in continue schaal worden uitgedrukt en (iv) snel en eenvoudig af te nemen.

 

DOEL

Evalueren welke taken en variabelen geschikt zijn [PH1] voor het elektronisch meten van bradykinesie.

 

METHODEN

6 patiënten waarbij bradykinesie is geconstateerd en 5 gezonde controlepersonen zijn onderzocht. De deelnemers voerden 13 verschillende taken uit, hiervan werden variabelen als cyclusduur, grootte van de beweging en snelheid bepaald.

 

RESULTATEN

Significante verschillen werden gevonden in de taken: flexie en extensie van de elleboog, lopen, overtrekken van een cirkel en het opstaan en zitten in een stoel. De variabele ‘cyclusduur’ had het meeste onderscheidend vermogen en was het betrouwbaarst te meten.

 

DISCUSSIE

Zowel de patiënten als de controlepersonen waren in staat om de taken zonder problemen uit te voeren. Het is echter de vraag of complexere taken zoals het overtrekken van een cirkel mogelijk niet alleen bradykinesie meten, maar ook het cognitief functioneren.

 

CONCLUSIE

De taken die het meest geschikt zijn voor het meten van bradykinesie zijn flexie en extensie van de elleboog en lopen. Een grotere studie is nodig om de bevindingen te valideren, voor deze studie is het aan te bevelen om de volgende taken te onderzoeken: lopen, flexie en extensie van de elleboog, proneren en supineren van de onderarm en het opstaan uit en gaan zitten in een stoel.