Beerthuis, R.J.
Locatie(s): 0.9 Athens
Categorie(ën): Bijscholing; Discussiegroep
ACHTERGROND
Het houden van een dagelijks generaal rapport is een verplichting voor opleidingsinstellingen. Het rapport kan een goed leermoment zijn voor de aios. Daarnaast kan het rapport behulpzaam zijn bij het bewaken van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg. In grote gefuseerde instellingen houden dienstdoenden op verschillende locaties een dergelijk gezamenlijk rapport per telefoon of door videoconferencing. Het is een uitdaging om met een dergelijk groot rapport de gestelde doelen nog te behalen.
Het CGS en de MSRC hebben besloten om de mogelijkheden bij de vormgeving van het rapport in grote instellingen te verruimen. Indien aios en stafleden echter dezelfde patiënten zien en op meerdere locaties dienstdoen, blijft een dagelijks generaal rapport met de verschillende locaties wenselijk.
In deze discussiegroep wordt een nieuwe opzet besproken waarmee binnen GGZ inGeest ervaring is opgedaan. Er is gekozen voor een middagrapport van maximaal 30 minuten. De casussen uit de dienst passeren slechts kort de revue. De aios bepaalt welke patiënt nader besproken wordt, volgens een vast format. Er is expliciete aandacht voor genetische aspecten, familiaire belasting en relevante biografische en omgevingsfactoren. De leerpunten worden genotuleerd en in een Wiki verzameld.
Stafleden, aios en opleider van GGZ inGeest zullen de verschillende aspecten belichten.
STELLINGEN
Een generaal dagelijks rapport van 30 minuten kan in een grote ggz-instelling voldoen aan de eisen van de psychiatrie-opleiding en daarnaast behulpzaam zijn bij het bewaken van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg.
Een middagrapport voldoet beter aan de genoemde eisen dan een ochtendrapport.
LEERDOELEN
Na het bijwonen van deze discussiegroep:
- kent de deelnemer factoren die bepalend zijn voor het welslagen van een generaal dagelijks rapport;
- kent de deelnemer een aantal mogelijkheden om het rapport vorm te geven;
- kent de deelnemer technieken om alle deelnemers actief bij het rapport te betrekken;
- kent de deelnemer het belang van het bewaren van leerpunten;
- heeft de deelnemer kennis van een techniek om leerpunten te verzamelen en toegankelijk te houden.