Megen, H.J.G.M. van, Oppen, P. van, Kleinhofmeijer-Sevink, M., Balkom, A.J. van
Locatie(s): 2.1 Colorado
Categorie(ën): Epidemiologie; Symposium
DOEL
Comorbiditeit in obsessieve compulsieve stoornis (OCS) is geassocieerd met ernst van de ziekte, slechter algemeen functioneren en slechtere therapieresultaten. Het doel van het huidige onderzoek is de mogelijke relevantie onderzoeken van enerzijds de hoeveelheid comorbide aandoeningen, anderzijds de soorten comorbide aandoeningen.
METHODE
Hiertoe werd de groep van 382 patiënten verdeeld in 4 groepen (zuiver OCS, OCS met comorbide angststoornis, OCS met comorbide depressieve stoornis en OCS met dubbele comorbiditeit (angst en depressie)). Bij deze vier groepen werd nagegaan of er verschillen waren in sociodemografische variabelen, kwetsbaarheid en klinische karakteristieken.
RESULTATEN
55% van de OCS leed op dit moment aan een comorbide aandoening, lifetime was dit 77%. Comorbiditeit is geassocieerd met meer en ernstiger angst- en depressieve symptomen, meer verschillende OCS-symptomen en meer negatieve gevolgen in het dagelijks leven. Vergeleken met OCS-angst is OCS-depressie geassocieerd met een ernstige vorm van OCS. Wordt OCS-angst vergeleken met OCS-angst-depressie, dan wordt deze laatste door een ernstiger vorm van OCS gekenmerkt en zijn er meer negatieve consequenties voor de patiënt.
CONCLUSIE
Resultaten van dit onderzoek suggereren dat de comorbiditeit met depressie meer negatieve consequenties heeft dan wanneer er een comorbide angststoornis aanwezig is.