Megen, H.J.G.M. van, Oppen, P. van, Balkom, A.J. van
Locatie(s): 2.1 Colorado
Categorie(ën): Epidemiologie; Symposium
ACHTERGROND
Het is alom bekend dat er een relatie bestaat tussen psychotraumatisering en psychopathologie in het algemeen (Hovens, 2009). Bijvoorbeeld: patiënten met een depressie die een (jeugd)trauma meegemaakt hebben, hebben ernstiger klachten, meer comorbiditeit en vaker een chronisch beloop dan degenen zonder traumatische ervaringen (Wiersma, 2009). Over de invloed van psychotraumatisering op de ernst van de obsessieve compulsieve stoornis (OCS) is echter veel minder bekend.
DOEL
Het doel van de studie was om te bepalen of er een relatie bestaat tussen psychotraumatisering en de ernst van obsessieve compulsieve klachten in een populatie van patiënten met OCS, en of er een relatie bestaat tussen psychotraumatisering en comorbiditeit bij patiënten met OCS.
METHODE
Baseline data van de Netherlands Obsessive Compulsive Disorder Association-studie (NOCDA) (N=419) zijn geanalyseerd. Jeugdtraumatisering en live-events die in het afgelopen jaar plaatsvonden, werden respectievelijk vastgesteld aan de hand van het Structured Trauma Interview en een life-events-interview.
RESULTATEN
Onder patiënten met OCS lijkt psychotraumatisering relatief weinig voor te komen. Er is geen significante relatie tussen emotionele verwaarlozing, mishandeling, seksueel misbruik gedurende de jeugd en de ernst en het beloop van OCS-symptomen. Er is wel een relatie tussen diverse vormen van trauma en comorbiditeit binnen deze populatie van patiënten met OCS.
CONCLUSIE
Psychotraumatisering lijkt niet van belang te zijn voor de ernst van OCS en daarmee wellicht ook niet voor de behandeling ervan. Comorbiditeit dient standaard zorgvuldig in kaart gebracht te worden, zeker als er sprake is van psychotraumatisering. Het vóórkomen van comorbide stoornissen kan wel bepalend zijn voor de behandeling.