Wichers, M., Winkel, R. van, Winkel, R. van, Myin-Germeys, I.
Locatie(s): 0.2 Berlin / 0.3 Copenhagen
Categorie(ën): Epidemiologie; Symposium
ACHTERGROND
Gen-omgevingsinteractiestudies (GxE-studies) in het verleden hebben geleid tot inconsistente en vals-positieve bevindingen. GxE is echter meestal onderzocht met retrospectieve metingen van de omgeving, met veel tijd tussen de betreffende omgevingsmeting en de uitkomstmeting. De Experience Sampling Method (ESM) is mogelijk meer geschikt om GxE te onderzoeken, omdat de omgeving hier herhaald, prospectief en in het moment zelf gemeten wordt. Bovendien is het relevant om GxE te onderzoeken op het niveau van onderliggende mechanismen van psychopathologie, zoals stressgevoeligheid. Door te kijken naar GxE op microniveau kan het inzicht worden verhoogd in de manier waarop genen bij zouden kunnen dragen aan uiteindelijke ontwikkeling van psychopathologie.
DOEL
Onderzoeken of GxE-studies uitgevoerd met ESM leiden tot repliceerbare resultaten en of deze studies het inzicht verhogen in de manier waarop genen bijdragen aan de ontwikkeling van psychopathologie.
METHODEN
ESM werd uitgevoerd in deelnemers van verschillende studies. Van deze deelnemers werd informatie verkregen over genotypes die relevant zouden kunnen zijn voor processen onderliggend aan psychopathologie (i.e. stressgevoeligheid). Onderzocht werd of GxE-interacties repliceerden in de verschillende samples.
RESULTATEN
Variaties in BDNF SNP’s voorspelden significant hogere reacties van negatief affect op dagelijkse stressoren (stressgevoeligheid). Ook SNP’s betrokken bij epigenetische regulatie waren geassocieerd met stressgevoeligheid. Deze effecten waren sterker bij een verhoogde mate van nare jeugdervaringen, hetgeen suggereert dat epigenetica een rol speelt bij stresssensitisatie.
CONCLUSIE
Hoe mensen reageren op de directe dagelijkse context hangt voor een deel af van iemands genen. Relevante GxE-interacties kunnen dus zichtbaar worden gemaakt en gerepliceerd worden in een design van prospectieve momentane metingen in het dagelijks leven. Deze resultaten verdiepen de inzichten vanuit epidemiologische studies omdat ze zichtbaar maken hoe genen kunnen bijdragen aan uiteindelijke uitkomsten van psychopathologie.