NVvP

INHOUD

De psychiater heeft te maken met de omgeving van de patiënt. Dat stelt zijn beroepsgeheim op de proef. Sommigen worden onzeker van de bijbehorende dilemma’s, anderen stellen zich formeel op. Het beroepsgeheim is niet absoluut, en het biedt geen excuus om niet te handelen als de patiënt gevaar oplevert voor anderen.

Naar aanleiding van het onderzoek naar Van der V., de dader van de schietpartij in Alphen aan den Rijn in april 2011, is een openbare discussie ontstaan over het beroepsgeheim en de verantwoordelijkheden van psychiaters voor de openbare veiligheid. De discussie richt zich ook op risico-inschatting en op het delen van informatie binnen ggz-instellingen, met andere artsen of hulpverleners en met de politie of het openbaar ministerie.

De KNMG maakte in augustus 2011 in reactie een nieuwe factsheet 'Beroepsgeheim bij strafrecht' in aanvulling op de 'Richtlijn handreiking beroepsgeheim politie/justitie' uit 2004 (www.knmg.artsennet.nl). Ook GGZ Nederland ontwikkelde in 2012 een handreiking 'Beroepsgeheim, zes stappen voor zorgvuldig handelen' (www.ggznederland.nl).

De NVvP had al in 2011 een handreiking 'Gebruik meldcode kindermishandeling in de psychiatrie' gemaakt (www.nvvp.net). De Inspectie voor de Gezondheidszorg doet onderzoek naar hulpverlening en informatieverschaffing bij incidenten, en naar de implementatie van de meldcode kindermishandeling.

Het is de vraag of handreikingen en meldcodes voldoen als de patiënt mogelijk gevaar oplevert voor anderen. Hoe gaat de psychiater dan om met het beroepsgeheim en een conflict van plichten? Hoe kan dat risico voor anderen gestructureerd worden ingeschat? Met wie en hoe kunnen vragen en dilemma's besproken worden? Welke overwegingen zijn daarbij van belang? Moet dat op schrift gesteld worden? Hoe moet je al of niet handelen? Wie heeft welke verantwoordelijkheden? Wanneer en met wie en hoe wordt welke informatie gedeeld? Hoe wordt omgegaan met naasten? Wordt het gebeuren achteraf geanalyseerd, en zo ja, hoe kan dat gebeuren? Is er een expertisepunt in dezen aangewezen?

Deze vragen en onderwerpen worden in de workshop belicht vanuit verschillend maar praktisch perspectief: het beroepsgeheim in relatie tot het (tucht)recht, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de bemoeizorg en samenwerking met derden.

VORM WORKSHOP

Er worden drie korte presentaties gegeven om nadien tot uitwisseling en discussie te komen:

1) Mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, psychiater en jurist: 'Beroepsgeheim, meldrecht, meldplicht: regels, recht en praktijk'.

2) P. de Beurs, psychiater: 'De IGZ en het omgaan met en delen van informatie over patiënten die gevaarlijk zijn voor anderen'.

3) Dr. N. Duits, kinder- en jeugdpsychiater: 'Mogelijkheden van risicotaxaties en analyses achteraf'.

LEERDOELEN

- Inzicht in de juridische en praktische context van het beroepsgeheim en conflict van plichten.

- Inzicht in handelingsmogelijkheden en -verplichtingen bij beroepsgeheim in relatie tot gevaar voor anderen en openbare veiligheid.

- Inzicht in de mogelijkheden van risicotaxatie en analyse achteraf.

LITERATUUR

Duijst, W.L.J.M. (2009). Praktijkboek beroepsgeheim en informatieverstrekking in de zorg. Maklu: Apeldoorn.

Inspectie voor de Gezondheidszorg (2011). Rapport calamiteitenonderzoek naar de hulpverlening aan V., dader van het schietincident in Alphen aan den Rijn op 9 april 2011. www.igz.nl

KNMG (2011). Factsheet beroepsgeheim bij strafrecht. www.knmg.nl

NVvP (2011). Gebruik meldcode kindermishandeling in de psychiatrie. www.nvvp.net

GGZ Nederland (2012). Handreiking Beroepsgeheim, zes stappen voor zorgvuldig handelen. www.ggznederland.nl