Ingenhoven, T.J.M.
Locatie(s): Pieter Baan Zaal
Categorie(ën): Psychotherapie; Symposium
ACHTERGROND
Suïcidale gestes, automutilatie, woede-uitbarstingen, impulsiviteit en schendingen van de behandelovereenkomst vormen gedragspatronen die een belangrijke rol spelen in de behandeling van patiënten met een ernstige persoonlijkheidspathologie, met name bij patiënten met een borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS).
DOEL
De vraag is welke basale interventies noodzakelijk zijn om dergelijk zelfdestructief gedrag onder controle te kunnen brengen en zodoende drop-out te kunnen voorkomen en een behandeling verder adequaat vorm te kunnen geven.
METHODE
Geven van een overzicht hoe verschillende EBM-behandelingen voor BPS omgaan met para-suïcidaal en therapie-interfererend gedrag. In kaart brengen van verschillen en overeenkomsten in de benadering van dit gedrag.
RESULTATEN
De verschillende geprotocolleerde behandelingen van BPS vertonen naast verschillen in benadering ook belangrijke overeenkomsten.
CONCLUSIE
Vanuit een integratief perspectief wordt duidelijk aan welke basisvoorwaarden voor behandeling dient te worden voldaan bij het onderkennen en onder controle brengen van zelfdestructief gedrag in de eerste fase van de behandeling.