Schagen, A.M. van, Lancee, J., Bout, J. van den
Locatie(s): 2.1 Colorado
Categorie(ën): Diagnostiek; Epidemiologie; Farmacotherapie; Psychotherapie; Symposium
ACHTERGROND
Nachtmerries komen voor bij 2-5% van de algemene bevolking en nog vaker bij patiënten in de tweedelijns-ggz (30%). Nachtmerries gaan vaak gepaard met andere slaapstoornissen en hangen samen met de ernst van psychiatrische stoornissen. Nachtmerries worden echter als symptoom nauwelijks behandeld, terwijl ze zelden verdwijnen wanneer de psychiatrische stoornis adequaat behandeld is. Er is een cognitief-gedragstherapeutische behandeling: imaginatie- en rescriptingtherapie (IRT), waarvan het effect eerder is aangetoond in verschillende studies. Het principe van IRT is het veranderen van het script van de terugkerende nachtmerrie en het nieuwe script inoefenen door dit dagelijks een paar keer in te beelden. Het effect van IRT is niet eerder onderzocht in een algemene psychiatrische populatie.
DOEL
Bepalen van het effect van het toevoegen van een geprotocolleerde interventie van zes individuele IRT-sessies aan de reguliere behandeling, en dit vergelijken met een wachtlijst-controleconditie van alleen reguliere behandeling bij een algemene psychiatrische populatie.
METHODEN
Patiënten van GGz Centraal met stemmings-, angst- en/of persoonlijkheidsstoornissen en ten minste drie nachtmerries per maand (n = 89) werden at random toegewezen aan de behandelgroep of aan de wachtlijst-controlegroep. Patiënten registreerden dagelijks hun nachtmerries gedurende de eerste vier maanden, en gedurende vijf weken voorafgaand aan de laatste nameting. Op vier momenten vulden zij vragenlijsten in: na intake, na vier weken, bij een nameting na achttien weken en een nameting na zeven maanden vanaf de start. Alle patiënten kregen de gebruikelijke psychiatrische behandeling naast de IRT.
RESULTATEN
Met betrekking tot de afname van de frequentie van de nachtmerries, de ervaren last, en de toegenomen zelfcontrole waren de effect sizes significant groter in de behandelgroep dan in de controlegroep.
CONCLUSIE
De behandeling van nachtmerries met IRT in de tweedelijns-ggz doet het aantal nachtmerries en de ervaren last afnemen en bevordert het welbevinden van de patiënten.