Kwaliteit van zorg rondom abdominoperineale resecties bij patiënten met een rectumcarcinoom
Bökkerink, G.M.J, Buijs, E.F.M., Ruijter, W. de, Rosman, C., Sietses, C., Strobel, R., Heisterkamp, J., Nagtegaal, I.D., Bremers, A.J.A., Wilt, J.H.W de
Locatie(s): Foyer
Categorie(ën): Posters
De kwaliteit van zorg voor patiënten met een rectumcarcinoom is sterk verbeterd in de laatste twintig jaar. De belangrijkste bijdragende factor is de introductie van de totale mesorectale excisie, maar ook verbeterde beeldvormende technieken en neoadjuvante therapieën hebben bijgedragen aan de verbeteringen. Ondanks deze inspanningen hebben patiënten die een APR moeten ondergaan een verhoogd risico op positieve resectiemarges. Een positieve circumferentiele resectiemarge is de belangrijkste voorspeller van een lokaal recidief.
Alle patiënten die tussen 1996 en 2010 een APR ondergingen in vijf Nederlandse ziekenhuizen, werden geselecteerd met gegevens uit de Nederlandse kankerregistratie. Gegevens over de work-up, behandeling en de follow-up werden verzameld uit de medische status.Patiënten werden verdeeld in drie cohorten (1996-2001, 2002-2005 2006-2010) gebaseerd op een belangrijke veranderingen in neoadjuvante behandelingsstrategie.
477 patiënten (62% mannen) werden geïncludeerd. De cohorten bestonden respectievelijk uit 126, 109 en 147 patiënten. De mediane leeftijd bij operatie was 66 jaar. Er werd geen significant verschil gevonden in leeftijd, geslacht, ASA classificatie en BMI tussen de drie cohorten. Er was een significante toename van het gebruik van MRI (resp. 5%, 53% en 95%). De meest toegepaste neoadjuvante behandeling verschoof van geen neoadjuvante behandeling (65%, 11% en 7%), naar kortdurende radiotherapie (23%, 67% en 35%) en chemoradiotherapie (4%, 12% en 96%). De rapportage van circumferentiële resectie marge steeg na het eerste cohort maar ontbreekt nog steeds bij een groot deel van de patiënten (gerapporteerd: 31, 60 en 50%). De verbetering van chirurgische technieken resulteerde in een significante afname van het aantal resectiemarges (19%, 17% en 11%) en accidentele darmperforaties (29%, 22% en 9%). Er was geen verschil tussen de verschillende ziekenhuizen.Conclusie: De pre-operatieve work-up en pathologische onderzoek zijn significant verbeterd voor patiënten met een rectumcarcinoom die een abdominoperineale resectie moeten ondergaan. Het aantal per-operatieve darmperforaties en positieve circumferentiële resectiemarges zijn gedaald. Een verdere verbetering van de work-up, neoadjuvante en chirurgische behandeling is noodzakelijk om deze resultaten verder te verbeteren.
- Over Bökkerink, G.M.J
- Over Buijs, E.F.M.
- Over Ruijter, W. de
- Over Rosman, C.
- Over Sietses, C.
- Over Strobel, R.
- Over Heisterkamp, J.
- Over Nagtegaal, I.D.
- Over Bremers, A.J.A.
- Over Wilt, J.H.W de