Veranderingen in 1-jaars gezondheidstoestand na invasieve behandeling bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden van de onderste extremiteiten
Zitteren, M. van, Denollet, J., Heyligers, J.M., Elshof, J.W., Nooren, M.J., Burger, D.H., Fijter, W.M. de, Dinkelman, M.K., Vriens, P.W., Smolderen, K.G.
Voorzitter(s): Dr. B.H.P. Elsman & dr. R.C. Minee
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: vaten
Het besluitvormingsproces om over te gaan tot invasieve behandeling bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden is ambigu. Er bestaan geen duidelijke indicatiecriteria en er is beperkte informatie beschikbaar over de te verwachten winst in gezondheidstoestand na invasieve vs. niet-invasieve behandeling. We vergeleken veranderingen in 1-jaars gezondheidstoestand voor het ondergaan van invasieve vs. niet-invasieve behandeling bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden. We gingen na of gezondheidstoestand bij diagnose voorspellend was voor de omvang in verandering van 1-jaars gezondheidstoestand. We veronderstelden dat patiënten met een initieel lage gezondheidstoestand de grootste winst zouden behalen en dat patiënten met een hoog uitgangsniveau weinig ruimte hadden om vooruitgang te boeken in hun 1-jaars gezondheidstoestand.
Gezondheidstoestand (SF-12, Physical Component Score [PCS]) werd gemeten bij diagnose en na 1 jaar bij 474 patiënten met een nieuwe diagnose van perifeer arterieel vaatlijden (Fontaine 2), geïncludeerd via 2 vaatchirurgische poliklinieken (maart 2006-augustus 2011). De behandelstrategie na 1 jaar (invasief [endovasculair, chirurgisch] vs. niet-invasief [looptraining]) en klinische informatie werden gedocumenteerd uit de medische dossiers. De populatie werd ingedeeld in 4 groepen op basis van hun scores op gezondheidstoestand bij diagnose (kwartielen). Gemiddelde scores op 1-jaars gezondheidstoestand werden vergeleken voor invasieve vs. niet-invasieve behandeling voor deze 4 groepen. De ‘numbers needed to treat’ (NNT) om een klinisch relevante vooruitgang in gezondheidstoestand te behalen (>10 punten verbetering; 1 standaard deviatie) 1 jaar na de diagnose werden tevens berekend voor de 4 groepen.
Invasieve behandeling werd toegepast bij 183 (39%) patiënten. Patiënten met lage scores op gezondheidstoestand bij diagnose (kwartiel 1) die invasieve vs. niet-invasieve behandeling ondergingen, behaalden de grootste toename in gezondheidstoestand (gemiddelde PCS verandering: 11.3±10.3 vs. 5.3±8.5, P=.001, NNT=3), terwijl patiënten in de groep met de hoogste uitgangsscores (kwartiel 4) nauwelijks verandering in gezondheidstoestand behaalden (gemiddelde PCS verandering: 0.8±6.3 vs. -3.0±8.2, P=.025, NNT=90, Figuur).
Conclusie:
We vonden dat een klinisch relevante vooruitgang bij patiënten met een lagere uitgangsscore op gezondheidstoestand bij diagnose het grootst was, en bij patiënten met een hoog uitgangsniveau niet aanwezig was. Dit vertaalde zich tevens in de NNT om een klinisch relevante vooruitgang te behalen in gezondheidstoestand, die voor patiënten met een hoge gezondheidstoestand vele malen hoger lag dan slechts een NNT van 3 bij patiënten met een lage gezondheidstoestand. Of dit impliceert dat alleen patiënten onder een bepaalde score op gezondheidstoestand invasieve behandeling aangeboden zouden moeten krijgen, zal onderwerp van toekomstig onderzoek zijn.
- Over Zitteren, M. van
- Over Denollet, J.
- Over Heyligers, J.M.
- Over Elshof, J.W.
- Over Nooren, M.J.
- Over Burger, D.H.
- Over Fijter, W.M. de
- Over Dinkelman, M.K.
- Over Vriens, P.W.
- Over Smolderen, K.G.