Minimally Important Difference: een nieuwe methode om veranderingen in kwaliteit van leven te interpreteren, toegepast bij patiënten met kritieke ischemie
Frans, F.A., Nieuwkerk, P.T., Met, R., Bipat, S., Legemate, D.A., Reekers, J.A., Koelemay, M.J.W.
Voorzitter(s): Dr. B.H.P. Elsman & dr. R.C. Minee
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: vaten
De effectiviteit van behandeling van patiënten met kritieke ischemie wordt meestal uitgedrukt in limb salvage of patency van het bloedvat. Er komt echter steeds meer aandacht voor patiënt georiënteerde uitkomstmaten zoals kwaliteit van leven. Een tekortkoming van kwaliteit van leven vragenlijsten is, dat de relevantie van een significant verschil in score vaak niet duidelijk is. Daarom willen we het concept minimal important difference (MID) introduceren. In tegenstelling tot statische significantie geeft de MID een niveau weer waarbij patiënten klinisch echt voor of achteruit gaan. Ons doel was het bepalen van de MID in kwaliteit van leven bij patiënten die behandeld werden voor kritieke ischemie en dit af te zetten tegen de traditionele statistische significantie.
In deze prospectieve cohort studie werden alle opeenvolgende patiënten met CLI die zich presenteerden in ons ziekenhuis geïncludeerd. De ziektespecifieke VascuQol vragenlijst werd ingevuld bij presentatie (baseline) en na 6 maanden. Een klinisch belangrijk verschil in kwaliteit van leven na 6 maanden (MID) werd op 2 manieren bepaald, anchor-based en distribution-based. Bij de anchor-based methode werd gekeken hoe patiënten er volgens de Fontaine classificatie op vooruit gingen na 6 maanden en bij de distribution based methode werd het klinisch belangrijke verschil gebaseerd op ½ standaard deviatie verschil van de baseline score (figuur 1). Daarnaast werd het verschil in kwaliteit van leven na 6 maanden volgens de traditionele methode bepaald met de Wilcoxon Signed Ranks test.
150 van 218 patiënten die verwezen werden naar ons ziekenhuis konden worden geïncludeerd in de studie. De uiteindelijke studiepopulatie bestond na 6 maanden uit 127 patiënten. Beide MID bepalingen toonden dat ongeveer 65% van de patiënten, na behandeling voor kritieke ischemie, klinisch echt vooruit waren gegaan (figuur 2). De traditionele methode liet een toename in kwaliteit van leven zien voor alle 127 patiënten na 6 maanden (p<0.001).
Concluderend lijkt de MID methode een beter inzicht te geven in klinisch relevante verschillen dan de traditionele significante verschillen in scores.
- Over Frans, F.A.
- Over Nieuwkerk, P.T.
- Over Met, R.
- Over Bipat, S.
- Over Legemate, D.A.
- Over Reekers, J.A.
- Over Koelemay, M.J.W.