Ascalresistentie bij patiënten na carotis endarteriëctomie
Croonen, A., Unlu, C., Hendriks, H.A., Laman, D.M., Voorwinde, A., Nieuwenhuizen, R.C. van
Voorzitter(s): Dr. B.H.P. Elsman & dr. R.C. Minee
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: vaten
Patiënten die carotis endarteriëctomie (CEA) hebben ondergaan, wordt aanbevolen levenslang ascal te gebruiken.
Onze hypothese is dat een deel van de patiënten geen voordelige effecten ondervindt van ascal doordat ze resistent zijn. Het doel van onze studie was de prevalentie van ascalresistentie te bepalen en of de resistente patiënten postoperatief vaker een CVA doormaakten of peroperatief meer microembolieën ontwikkelden.Er werd een retrospectieve cohort studie uitgevoerd. Alle opeenvolgende patiënten die een CEA ondergingen in de periode van januari 2005 tot januari 2012 werden achterhaald en indien informed consent verkregen geïncludeerd in de studie. Exclusiecriteria voor het meten van ascalresistentie waren onder andere non-compliantie voor ascal, gerapporteerde ascal-intolerantie of overgevoeligheid, anticoagulantiagebruik (coumarinederivaten, acenocoumarol/fenprocoumon/warfarin) en ‘lost to follow up’ patiënten. Bij de overgebleven patiënten werd de ascalresistentie middels PFA meting bepaald.Primaire uitkomstmaat was het aanwezig zijn van ascalresistentie (gedefinieerd als PFA <166s, tijdens ascalgebruik), secundaire uitkomstmaten waren het ontwikkelen van een vasculair event (CVA, TIA of cardiaal), en microembolieën gemeten pre-, peri- en postoperatief. In totaal werden 156 patiënten geïncludeerd in de studie, na exclusie werden de nog resterende 88 patiënten (61 mannen (69,8%) 72,2 ± 9,7 jaar) geëvalueerd. 37 van de 88 patiënten (42,0%) werden geclassificeerd als ascalresistent, de andere 51 patiënten (58,0%) werden geclassificeerd als ascalgevoelig. In de ascalgevoelige groep ervoer 6 van de 51 patiënten (11,8%) een CVA, versus 3 van de 37 patiënten (8,1%) in de ascalresistente groep. Er was geen significant verschil tussen beide groepen (Kaplan Meier, log rank, 0.599). Ook was er geen significant verschil in het ontwikkelen van een TIA of myocard infarct, of het aantal peroperatieve microembolieën.In onze studie was 42% van de patiënten die een CEA onderging ascalresistent. Er werd geen significant verschil gezien in de primaire en secundaire uitkomstmaten. Grote prospectief uitgevoerde studies zijn nodig om deze resultaten te bevestigen.
- Over Croonen, A.
- Over Unlu, C.
- Over Hendriks, H.A.
- Over Laman, D.M.
- Over Voorwinde, A.
- Over Nieuwenhuizen, R.C. van