Resectie van de primaire tumor in de behandeling van synchrone peritoneale metastasen van colorectaal carcinoom met hypertherme intraperitoneale chemotherapie
Braam, H.J.W., Boerma, D., Wiezer, M.J., Ramshorst, B. van
Voorzitter(s): Dr. J.W.A. Burger & dr. J.M.T. Omloo
Locatie(s): Zaal 80/81
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: colorectaal
Hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) wordt toenemend toegepast als standaard behandeling bij patiënten met peritoneale metastasen (PM) van het colorectaal carcinoom (CRC). HIPEC is een complexe multimodale procedure, die vaak wordt uitgevoerd in gespecialiseerde centra na een eerdere resectie van de primaire tumor. In deze studie werden patiënten waarbij de primaire tumor gereseceerd werd tijdens de HIPEC-operatie (groep 1), vergeleken met patiënten waarbij de primaire resectie vóór de HIPEC-procedure plaatsvond (groep 2).
Een prospectieve database met alle patiënten behandeld met HIPEC voor PM van colorectaal carcinoom tussen 2005-2012 is geanalyseerd. De belangrijkste parameters waren: darmcontinuïteit, postoperatieve complicaties en overleving.
In totaal werden 72 patiënten (mediane leeftijd 60 jaar; 44 mannen) met synchrone PM van CRC die een HIPEC-procedure ondergingen geïncludeerd. Groep 1 bestond uit 20 patiënten (27,8%) waarbij de primaire tumor gereseceerd werd tijdens de HIPEC-procedure. Hiervan hadden 15 patiënten een eerdere niet-resectieve operatie ondergaan, waaronder aanleg van een deviërend stoma. Groep 2 bestond uit 52 patiënten (72,2%) waarbij de tumor werd gereseceerd vóór de HIPEC-procedure, bij 37 (71,1%) van deze patiënten was eerder al een anastomose aangelegd. Bij de HIPEC-procedure werden 22 (59,5%) van deze anastomoses gereseceerd. Bij histopathologisch onderzoek werd een maligniteit aangetroffen in 12 anastomoses (54,5%).
Bij patiënten met een niet-resectieve voorgaande operatie was de mediane duur tussen de eerste operatie en HIPEC 37 dagen (range 8 - 85), wat significant korter (P<0,001) was dan de mediane duur van patiënten die wel een resectie ondergingen; mediaan 93 dagen (range 42 - 175). Het aantal postoperatieve complicaties verschilde niet significant tussen beide groepen. Het percentage naadlekkages was hoog bij patiënten die opnieuw een anastomose kregen na een resectie van een eerdere anastomose, 31,8% ten opzichte van 14,8% bij de overige patiënten. In totaal kregen 20 patiënten een colostoma na de HIPEC-procedure, 10 van deze patiënten hadden complete darmcontinuïteit na een eerdere resectie. De langetermijnoverleving verschilde niet tussen groep 1 en 2 met een 3-jaarsoverleving van 48% en 46%, respectievelijk.
Concluderend kan het uitvoeren van een resectie van de primaire tumor tijdens de HIPEC-procedure uitgebreidere darmresecties en een permanent colostoma voorkómen bij patiënten met synchrone PM van colorectaal carcinoom. Verder is een anastomose na een resectie van een eerdere anastomose geassocieerd met een hoog risico op een naadlekkage. Daarom is belangrijk om bij alle patiënten met synchrone PM van colorectaal carcinoom in een vroeg stadium HIPEC te overwegen, alvorens een resectie van de primaire tumor te verrichten.