Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

vrijdag 31 mei 2013 10:10 - 10:20

Variatie in chemotherapie beleid bij colorectale levermetastasen in Nederland

Volders, J.H, Sietses, C., Verhoef, C., Wilt, J.H.W de

Voorzitter(s): Prof. dr. J.A. Roukema & dr. S.M.E. Engelen

Locatie(s): Auditorium

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: colorectaal

Het doel van deze studie is inventarisatie van het beleid bij patiënten met colorectale levermetastasen in Nederlandse ziekenhuizen en vergelijking met aanbevelingen uit de huidige literatuur.

Aan alle 49 leden van de Werkgroep Leverchirurgie en naar de 27 leverchirurgische centra die voldoen aan de minimum kwaliteitsnormen ziekenhuizen (zorgverzekeraars Nederland) werd een enquête gestuurd. De enquête bevatte 23 vragen over het type behandeling, indicaties en de daarbij behorende diagnostische strategieën.

Vanuit 23 leverchirurgische centra (85% van landelijke totaal) werd de enquête ingevuld (zeven academische en zestien perifere ziekenhuizen). Neoadjuvante chemotherapie werd in één ziekenhuis standaard (4.3%) , één ziekenhuis nooit (4.3%) en in 21 op indicatie (91.3%) toegepast bij resectabele metastasen. Indicaties voor neoadjuvante chemotherapie staan in tabel 1. In 11 van de 18 ziekenhuizen (61.1%) werd neoadjuvante chemotherapie gegeven bij patiënten waarbij een in opzet curatieve radiofrequente ablatie (RFA) werd verricht. CT-abdomen werd het meest toegepast voor de follow-up van metastasen na neoadjuvante chemotherapie (61.9%). In14 ziekenhuizen (66.7%) werd bij verdwenen metastasen op beeldvorming na neoadjuvante chemotherapie per-operatief besloten welke behandeling werd uitgevoerd. In principe werd in 13 ziekenhuizen (61.9%%) resectie uitgevoerd en in drie ziekenhuizen (13.6%) naast resectie ook RFA van het oorspronkelijke gebied uitgevoerd. In de overige drie ziekenhuizen (13.6%) werd nooit blinde extra anatomische resectie uitgevoerd. Zie ook figuur 1.

Adjuvante chemotherapie werd in elf ziekenhuizen (52.4%) standaard en in acht (38.1%) op indicatie gegeven na resectie. Indicaties voor adjuvante chemotherapie staan in tabel 1.

In zes ziekenhuizen (31.6%) werd adjuvante chemotherapie gegeven na een in opzet curatieve RFA, acht (42.1%) geven adjuvante therapie indien combinatie met resectie plaatsvindt. Nieuwe methoden als trans arterial chemo embolisation (TACE) en drug eluting bead transarterial chemoembolization (DEB-TACE) werd in respectievelijk zeven (35%) en één ziekenhuis (5.3%) toegepast .

Conclusie

Er is een grote variatie tussen de verschillende Nederlandse ziekenhuizen in de peri-operatieve behandeling van patiënten met colorectale levermetastasen. Er is behoefte aan meer prospectief gerandomiseerde onderzoek en een hernieuwde evidence based versie van de richtlijn “colorectale levermetastasen”uit 2006 zodat een meer uniforme en optimale behandeling aan de individuele patiënt gegeven kan worden.

Figuur 1. Beleid bij verdwenen metastasen. Totaal 21 reacties, meerdere antwoorden mogelijk.
Tabel 1. Indicaties voor (neo)adjuvante chemotherapie na resectie en RFA. Ziekenhuizen konden meerdere antwoorden invullen.