Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

vrijdag 31 mei 2013 10:00 - 10:10

Mucineus colorectaal carcinoom: prognose en de waarde van adjuvante chemotherapie in stadium III tumoren

Hugen, N., Verhoeven, R.H.A., Lemmens, V.E.P.P., Nagtegaal, I.D., Wilt, J.H.W de

Voorzitter(s): Prof. dr. J.A. Roukema & dr. S.M.E. Engelen

Locatie(s): Auditorium

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: colorectaal

Het mucineus colorectaal adenocarcinoom (MC) is een histologisch subtype binnen de colorectale tumoren en vertegenwoordigt 10-15% van alle adenocarcinomen. Het MC wordt geassocieerd met een slechtere prognose in vergelijking met het non-mucineuze adenocarcinoom (NMC). De respons op chemotherapie is lager in het gemetastaseerde stadium, maar effectiviteit van adjuvante chemotherapeutische behandeling is nooit beoordeeld in grote patiëntengroepen. Het doel van deze studie is de overleving in MC patiënten te analyseren en vast te stellen of adjuvante chemotherapie leidt tot een voordeel in overleving voor MC patiënten, na radicale resectie voor colorectaal carcinoom.

In deze populatie brede studie werden 24.477 ongeselecteerde patiënten uit een regio van de Kanker Registratie geïncludeerd, die waren gediagnosticeerd met colorectaal carcinoom tussen 1990 en 2010. De mediane follow-up periode was 39 maanden (range 1-268).

MC werd gevonden in 12,2% (N=2993) van de colorectale tumoren. In 52,2% van de mucineuze tumoren was er sprake van een vrouw, in vergelijking met 45,8% bij de NMC. Mucineuze tumoren waren anders verdeeld over het colorectum, met slechts 24,7% gelokaliseerd in het rectum en 50,4% in het proximale deel van het colon, in vergelijking met respectievelijk 38,4% en 27,5% in de NMC groep (beide P<0,0001). Mucineuze tumoren waren vaker geclassificeerd als een stadium II, III of IV tumor dan non-mucineuze tumoren, 86,8% en 74,4% respectievelijk (P<0,0001). Non-mucineuze tumoren waren vaker goed of matig gedifferentieerd 54,7% en 67,5% respectievelijk (P<0,0001). Na correctie voor covariaten, bleek mucineuze histologie onafhankelijk geassocieerd met een hoger risico op overlijden wanneer de tumor een lokalisatie had in het rectum (HR 1.26; 95% CI 1,14-1,38) P<0.0001, maar niet wanneer deze zich in het colon bevond.

De univariate en multivariate analyses toonden aan dat mucineuze en non-mucineuze stadium III patiënten een gelijke respons op chemotherapie vertoonden (figuur 1a-b).

Deze studie laat zien dat in vergelijking met non-mucineuze histologie, het mucineuze coloncarcinoom een gelijke overleving heeft, maar dat de overleving van een mucineus rectumcarcinoom slechter is. Patiënten die worden behandeld met adjuvante chemotherapie hebben een gelijk voordeel van chemotherapie, waardoor huidige behandelingsaanbevelingen gehandhaafd kunnen worden ongeacht de mucineuze histologie.

Figuur 1. Overlevingscurve voor NMC patiënten, behandeld met en zonder adjuvante chemotherapie P<0,0001.
Figuur 2. Overlevingscurve voor MC patiënten, behandeld met en zonder adjuvante chemotherapie P<0,0001.