Spaakverwondingen bij kinderen
Slaar, A., Heiden, R. van de, Luitse, J.S.K., Wilde, J.C.H, Maas, M., Beenen, L.F.M, Schep, N.W.L.
Voorzitter(s): Dr. M.J.R. Edwards & drs. H.P.A.M. Poos
Locatie(s): Diezehal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: trauma
Jaarlijks treden bij kinderen in Nederland ongeveer 4600 spaakverwondingen op. Letsel treedt met name op bij kinderen onder de leeftijd van 14 jaar. Veel van deze patiënten bezoeken de eerste hulp of de huisartsenpost.
Routinematig worden er röntgenopnames gemaakt om een fractuur uit te sluiten. Vaak wordt een opname van de enkel, voet en/of onderbeen verricht. Het verrichten van conventionele beeldvorming kost geld en tijd en zorgt voor discomfort bij het kind.
Het doel van ons onderzoek was om te achterhalen hoeveel kinderen een fractuur hadden na een spaakverwonding en welke röntgendiagnostiek nodig was om dit letsel te detecteren.
In de periode van 2007-2012 werden alle kinderen waarbij beeldvorming was verricht in verband met een spaakverwonding op de spoedeisende hulp van een academisch centrum geanalyseerd. Het type beeldvorming werd achterhaald en de radiologische conclusie werd geanalyseerd.
165 kinderen hebben conventionele beeldvorming ondergaan na een spaakverwonding. De leeftijd varieerde van 1,5 tot 9 jaar oud (gemiddelde leeftijd:4.7 sd:1.6); 93 waren meisjes.
Van alle kinderen hadden 47(29%) een fractuur. Hiervan hadden 16 kinderen een distale tibia fractuur, 7 kinderen hadden een distale fibula fractuur, 16 kinderen hadden een epifysiolyse van de fibula, 6 patienten hadden een gecombineerde tibia en fibula fractuur, 1 patient had een epifysiolyse van de tiba, 1 kind had een midschacht tibia fractuur. Bijna alle fracturen (45 van de 46) waren zichtbaar op de enkel opname, 1 fractuur (midschacht tibia fractuur) was zichtbaar op de foto van het onderbeen waar bij klinisch onderzoek een knikstand mid-tibiaal zichtbaar was.
Van alle kinderen met een spaakverwonding was bij 55 kinderen (33%) alleen een foto gemaakt van de enkel. Bij 101 kinderen (61%) was een foto gemaakt van de enkel gecombineerd met een onderbeen en/of voet opname. Bij 9 kinderen (6%) was alleen een voet opname vervaardigd.
Conclusie: 35% van de kinderen met spaakverwondingen heeft een fractuur. Bij bijna alle kinderen (98%) is de fractuur zichtbaar op de enkel opname. Tijd, kosten en stralenreductie kan worden bereikt door alleen een enkel opname te verrichten.
Advies: Indien een kind zich presenteert met een spaakverwonding volstaat een enkel opname in twee richtingen. Indien er klinische verdenkingen zijn kan een aanvullende opname worden gemaakt van de voet of het onderbeen.
- Over Slaar, A.
- Over Heiden, R. van de
- Over Luitse, J.S.K.
- Over Wilde, J.C.H
- Over Maas, M.
- Over Beenen, L.F.M
- Over Schep, N.W.L.