Een systematiche review van intra-abdominale druk bij ernstige brandwond patiënten
Strang, S.G., Lieshout, E.M.M. van, Breederveld, R.S., Van Waes, O.J.F.
Voorzitter(s): Dr. M.J.R. Edwards & drs. H.P.A.M. Poos
Locatie(s): Diezehal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: trauma
Achtergrond: Intra-abdominale hypertensie (IAH) en abdominaal compartiment syndroom (ACS) zijn ernstige complicaties die kunnen optreden bij uitgebreid verbrandingsletsel. Er bestaat weinig eenduidigheid wat betreft risico factoren, prevalentie, preventie, therapie en prognose van IAH en ACS bij verbrandingsletsel. Het doel van deze studie is het creëren van meer eenduidigheid door middel van een volledig literatuuroverzicht over IAH en ACS bij brandwond patiënten.
Methode: Een systematisch zoekactie in Cochrane Central Register of Controlled Trials, Pubmed, Embase, Web of Science and CINAHL werd uitgevoerd op 1 oktober 2012. Er werd gezocht op ‘brandwond’ en ‘intra-abdominale hypertensie’ of ‘abdominaal compartiment syndroom’ met synoniemen en afkortingen. Alleen artikelen met originele patiëntendata en duidelijk gedefinieerde uitkomstmaten zoals mortaliteit werden geïncludeerd.
Resultaten: Vijftig publicaties voldeden aan de inclusie criteria waarin 1616 patiënten werden beschreven. De beschikbare publicaties kunnen worden opgedeeld in de volgende groepen, epidemiologie, risicofactoren en prognose (N=11), resuscitatie regimes ter preventie van IAH of ACS (N=11), intra-abdominale druk (IAP) verlagende interventies (N=17) en overige publicaties met onder andere aanknopingspunten voor verder onderzoek (N=11). Het best beschikbare bewijs stelt de prevalentie van IAH op 64-75% en van ACS op 4-16% bij patiënten met “ernstig”verbrandingsletsel. Gemiddelde mortaliteit van ACS bij ernstige brandwond patiënten is 74.8%. Resuscitatie met plasma of colloïden kan IAH of ACS voorkomen. Escharotomie, peritoneale catheter drainage en laparotomie zijn effectieve IAP verlagende therapieën bij brandwond patiënten. Een belangrijk aanknopingspunt voor verder onderzoek zijn markers voor IAP gerelateerde orgaanschade welke waarschijnlijk een betere parameter zijn voor het inzetten van decompressie dan IAP alleen.
Conclusie: ACS en voornamelijk IAH treden frequent op en zijn desastreuze complicaties bij al zeer ernstig verwonde brandwond patiënten. Preventie is de grootste therapeutische uitdaging, welke bereikt kan worden met behulp van verbeterde resuscitatie strategieën. Als IAH of ACS zich ontwikkelen, zijn chirurgische decompressieve interventies effectief en vaak onvermijdelijk. Timing is hierin essentieel gezien decompressie eerder ACS moet voorkomen dan de gevolgen van ACS beperken. De prognose van ACS bij brandwond patiënten is erg slecht, maar er zijn voldoende aanknopingspunten om de zorg van deze patiënten verder te verbeteren.