Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

vrijdag 31 mei 2013 10:00 - 10:10

Inconsequenties in selectie en definitie van lokale en regionale studie-eindpunten in borstkankeronderzoek

Moossdorff, M., Roozendaal, L.M. van, Schipper, R., Smidt, M.L.

Voorzitter(s): Dr. Th. van Dalen & dr. T.S. Aukema

Locatie(s): Brabantzaal

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: onco & endocrien

De ACOSOG-Z0011 studie toonde dat het niet verrichten van een okselklierdissectie na 1-2 positieve schildwachtklieren niet leidt tot inferieure overleving of locoregionale controle, bij borstsparend behandelde borstkankerpatiënten. Deze resultaten zijn echter, als gevolg van het lage locoregionale recidiefpercentage, nog niet volledig geïmplementeerd in de dagelijkse praktijk en richtlijn. Verschil in recidiefpercentage tussen studies kan verklaard worden door variatie in studiepopulatie en behandeling, maar hoogstwaarschijnlijk ook door inconsequent gebruik van studie-eindpunten. Studie-eindpunt selectie tussen vergelijkbare onderzoeken varieert van locoregionaal tot regionaal tot axillair recidief, allen bestaande uit verschillende geïncludeerde events. Het doel van deze studie is het in kaart brengen van gebruikte lokale en regionale studie-eindpunten in borstkankerstudies, hoe deze studie-eindpunten worden gedefinieerd en welke specifieke events worden geïncludeerd.

Een PubMed search werd uitgevoerd voor borstkankeronderzoek gepubliceerd in 2011 in Annals of Surgery, Annals of Surgical Oncology, British Journal of Surgery, Journal of the American Medical Association, Journal of Clinical Oncology, Lancet, Lancet Oncology en New England Journal of Medicine. Artikelen met studie-eindpunten met een lokale of regionale component werden geïncludeerd.

Uit 37 artikelen werden 21 verschillende studie-eindpunten geëxtraheerd met een lokale of regionale component. Meest gebruikt werden disease-free survival (n=23/37 artikelen), recurrence-free survival (n=6), locoregional recurrence-free survival (n=3), en event-free survival (n=3). Dertien verschillende eindpunten werden slechts in één artikel gebruikt. Acht van de 21 studie-eindpunten werden in geen artikel gedefinieerd, de overige gedeeltelijk tot volledig. Twaalf van 21 studie-eindpunten bevatten een lokale component. Deze twaalf studie-eindpunten werden 44 keer gebruikt in de 37 artikelen. In 24/44 gevallen werd niet beschreven welke events als lokaal recidief werden beschouwd. In de overige 20/44 gevallen werden huid- en thoraxwandrecidieven wisselend geïncludeerd of geëxcludeerd en bestond onduidelijkheid over in situ carcinomen. Dertien van de 21 studie-eindpunten bevatten een regionale component; deze werden eveneens 44 keer gebruikt in 37 publicaties. In 24/44 gevallen werd niet beschreven wat als regionaal recidief werd beschouwd. In de overige 20/44 gevallen bestonden verschillen met betrekking tot in- of exclusie van specifieke lymfeklierstations, huid- en thoraxwandrecidieven.

Conclusie. Deze studie toont aan dat in borstkankerstudies veel verschillende lokale en regionale studie-eindpunten gebruikt worden. Deze studie-eindpunten worden vaak niet gedefinieerd en geïncludeerde componenten komen zelden overeen. Verschil in selectie en definitie van deze eindpunten kan klinisch relevante verschillen in studie-uitkomsten veroorzaken en derhalve betrouwbare vergelijking en meta-analyse in de weg staan. Voor transparante resultaten in toekomstig borstkankeronderzoek is uniforme selectie en definitie van lokale en regionale eindpunten onmisbaar.