NVvH

Chirurgische behandeling van overgewicht (bariatrische chirurgie) wordt al tientallen jaren toegepast. Over de jaren zijn verschillende soorten ingrepen geïntroduceerd met verschillende mate van succes. In Nederland vindt er een verschuiving plaatst van het plaatsen van een verstelbare maagband (adjustable gastric band - AGB) naar een Gastric Sleeve (‘buismaag’ - SG) of een Roux-en-Y Gastric Bypass (‘maagomleiding’ - RYGB) operaties. Echter, is dat terecht? Het doel van deze multicenter studie is het analyseren van de effectiviteit van de drie meest uitgevoerde bariatrische ingrepen, RYGB, SG en AGB in Nederlandse obese patiënten.

Alle patiënten die in de periode van november 2006 tot februari 2011 een primaire laparoscopische AGB, SG of RYGB, in een van de 2 bariatrische centra ondergingen werden geïncludeerd. De patiënten werden gematcht voor geslacht, leeftijd (±2 jaar) en body mass index (BMI, ±3). Minimale complete follow-up van 12 maanden was vereist voor inclusie. Uitkomsten waren gewichtsreductie uitgedrukt in Excess Weight Loss (EWL%) en het aantal redo-operaties (omzetting naar een RYGB).

Er werden in totaal 622 AGB’s, 255 SG’s en 430 RYGB’s uitgevoerd, waarvan er 699 patiënten werden geïncludeerd, 233 patiënten in iedere groep. In totaal 576 vrouwen (82%) en een gemiddelde leeftijd van 40.2±9.9. De preoperatieve BMI en gewicht waren respectievelijk beide lager na AGB (44.7 ±4.9 kg/m², p2, p=0.008 en 129.6 ±21.7 kg, p=0.001) in vergelijking met de RYGB (47.1 ±5.7 kg/m² en 136.4 ±21.3 kg).

EWL% was na respectievelijk 1, 2, 3 en 4 jaar voor de AGB 37.3 ±17, 44.7 ±20, 43.6±22.6 en 39±24.1; voor SG 76.6±23.6, 76.1±25.3, 66.4±26.2 en 57.4±17.4; en voor RYGB 70.6±20.7, 72.2±23.3, 70.9±27.4en 72.1±20.3. Op alle meetmomenten hadden de SG en RYGB een significant meer EWL% in vergelijking tot AGB (p<0.05). SG had in vergelijking tot RYGB in het eerste jaar significant meer EWL%, echter na 4 jaar werd dit significant minder door gewichtstoename (p<0.05). (zie figuur) Binnen 4 jaar werd er na een AGB significant meer redo-operaties verricht in vergelijking tot een SG (15.9% versus 7.7 %, p<0.05).

Conclusie: De AGB is op een middenlang termijn een minder effectieve behandeling dan de SG en RYGB in verband met minder gewichtsreductie en meer noodzaak tot redo-operaties. De RYGB en SG hebben een gelijkwaardig gewichtsreductie beloop, echter heeft de RYGB minder gewichtstoename op termijn. Langere follow-up is echter noodzakelijk om te onderzoeken of deze resultaten gelijk blijven.