Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

donderdag 30 mei 2013 18:00 - 18:10

Mesh bij laparoscopisch herstel van grote middenrifbreuken: systematisch overzicht van de literatuur

Furnee, E.J.B., Hazebroek, E.J.

Voorzitter(s): Dr. W.J. Vles & dr. J.M.T. Omloo

Locatie(s): Baroniezaal

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: colorectaal

Er wordt in toenemende mate mesh gebruikt bij herstel van grote middenrifbreuken om het aantal (objectieve) recidieven te reduceren. Het doel van deze studie was om de huidige literatuur met betrekking tot gebruik van mesh bij laparoscopisch herstel van grote middenrifbreuken uiteen te zetten, met speciale aandacht voor de objectieve uitkomst.

Er werd een gestructureerde zoekstrategie in Medline, Embase en Cochrane verricht. Studies werden geselecteerd op basis van vooraf gedefinieerde in- en exclusiecriteria. De geselecteerde studies werden methodologisch beoordeeld en gegevens uit deze studies werden verzameld met gestandaardiseerde formulieren.

Totaal werden 26 studies geïncludeerd: drie gerandomiseerde trials, zeven prospectieve en vijf retrospectieve cohort studies en vijf prospectieve en een retrospectieve vergelijkende cohort studie. In de overige studies werd het studieontwerp niet gerapporteerd. In de geïncludeerde studies ondergingen 924 patiënten laparoscopisch herstel van de middenrifbreuk met mesh (mesh groep) en 340 patiënten zonder mesh (non-mesh groep). Er werden verschillende typen mesh gebruikt: polypropyleen in zes studies, bio-mesh in negen, polytetrafluoroethyleen (PTFE) in twee, expanded PTFE (ePTFE) in twee en een samengestelde mesh van polypropyleen/PTFE in twee studies. In de overige vijf studies werden tenminste twee verschillende typen mesh gebruikt. De gemiddelde (±SEM) oppervlakte van de mesh was 51.9 ± 10.8cm2. De vorm van de mesh was ovaal, vierkant of als een A, U, Y of V. De mesh werd in 15 studies (57.7%) dorsaal van de slokdarm gefixeerd, in vijf (19.2%) rond de slokdarm, in twee (7.7%) ventraal van de slokdarm en in twee andere studies semicirculair. De positie van de mesh werd niet gerapporteerd in de overige twee studies. Radiologische en/ of endoscopische evaluatie vond gemiddeld (±SEM) 25.2 ± 4.0 maanden na laparoscopisch herstel van de grote middenrifbreuk plaats. In de mesh groep was er bij 385 van 451 beschikbare patiënten (85.4%) geen recidief middenrifbreuk tijdens evaluatie. In de non-mesh groep was dit bij 182 van 247 patiënten (73.7%) het geval. Een slokdarmerosie als complicatie van de mesh was bij een patiënt (0.2%) aanwezig. Drie patiënten (0.5%) hadden ernstige dysfagie doordat zich uitgebreide adhesies rondom de mesh hadden gevormd.

Conclusies: gebruik van mesh bij laparoscopisch herstel van grote middenrifbreuken is veel belovend ten aanzien van de reductie van het aantal anatomische recidieven. Er zijn echter veel verschillende typen en vormen mesh beschikbaar. Dit systematische literatuuroverzicht vormt de basis voor kwalitatief goed gerandomiseerde trials die zullen moeten uitwijzen welke mesh op de lange termijn het meest effectief en veilig is.