Chirurgische behandeling van metacarpale schacht fracturen: open reduction en interne fixatie óf gesloten reductie en percutane fixatie? A systematic review
Greeven, A.P.A., Bezstarosti, S., Krijnen, P., Schipper, I.B.
Voorzitter(s): Drs. S.H. van Helden & dr. M. van Heijl
Locatie(s): Zaal 82/83
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: trauma
Introductie:
Tweede tot en met vijfde metacarpale schacht fracturen worden operatief behandeld wanneer er sprake is van een rotatie afwijking of wanneer er verkorting is van meer dan 3 mm. In de huidige Nederlandse Traumachirurgische praktijk bestaat de behandeling van deze fracturen meestal uit open repositie en interne fixatie (ORIF) of gesloten repositie en percutane fixatie. Het doel van deze studie is in een systematische review van de bestaande literatuur de uitkomsten tussen deze operatieve behandelingen te vergelijken.
Methode:
Een uitgebreide literatuursearch werd uitgevoerd in MedLine en Embase op 3 april 2012. De systemische review werd uitgevoerd volgens de PRISMA-criteria (Preferred Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses).
Resultaten:
In totaal werden er 7 cohort studies (5 retrospectief en 2 prospectief) gevonden. Geen van de artikelen beschreef een (gerandomiseerde) vergelijkende studie. Vijf artikelen beschreven de resultaten van ORIF, de andere twee artikelen de resultaten van gesloten repositie en percutane fixatie. In totaal werden 222 metacarpale schachtfracturen behandeld met ORIF en 47 fracturen met percutane K-draad fixatie. Verlies van functie werd alleen gerapporteerd voor de ORIF patiënten. Met ORIF behandelde patienten hadden een langere consolidatie duur ten opzichte van gesloten behandelde patiënten(37 vs 6 weeks). Diepe infecties traden op in 1.4 % (3/222) van de patiënten, uitsluitend na ORIF.
Twee van deze patiënten werden succesvol behandeld met antibiotica, een patiënt werd gereopereerd voor het verwijderen van de plaatosteosynthese. In de percutaan behandelde groep patiënten traden oppervlakkige huidinfecties op in 17.4% (8/46). Een patiënt werd hiervoor met orale antibiotica behandeld. Heroperaties vanwege falen van osteosynthese (verlies van reductie of plaatbreuk) of verlies van functie (tenolysis) werd gerapporteerd in 10.4% (23/222) van de ORIF fracturen. Geen heroperaties werden gerapporteerd voor de percutaan behandelde patiënten.
Discussie:
De beschikbare literatuur over dit onderwerp is schaars en heeft een lage evidentie. Op basis van de gevonden studies kan worden gesteld dat de gesloten reductie en percutane fixatie de de voorkeur verdient. Indien er geen acceptabele reductie en fixatie bereikt kan worden, kan ORIF worden toegepast.