Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

donderdag 30 mei 2013 18:30 - 18:40

Fast Track bij bariatrische patiënten

Geubbels, N., Hoen, M., Acherman, Y.I.Z., Bruin, S.C., Laar, A.W.J.M. van de

Voorzitter(s): Dr. E. Hazebroek & dr. S.M.E. Engelen

Locatie(s): Zaal 80/81

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: GE

Fast Track is een verzamelnaam voor peri-operatieve zorg die gericht is op versneld herstel van de patiënt door het verlagen van de lichamelijke operatieve stress reactie. Vanaf begin 2011 zijn enkele principes van Fast Track geleidelijk doorgevoerd in de zorg voor onze bariatrische patiënten. Het gaat hierbij om het vermijden van urinecatheters en maagsondes, het versneld oraal belasten, het versneld mobiliseren en het gebruik van meer kortwerkende anesthesiemiddelen. Het doel van deze studie is te evalueren of de invoering van Fast Track zorg veilig is gegaan en of het heeft geleid tot versneld herstel van onze patiënten.

 

Data van 482 patiënten die van december 2007 tot en met januari 2012 een primaire laparoscopische gastric bypass operatie hebben ondergaan in ons centrum werden retrospectief verzameld. Er werden twee groepen gemaakt: de conventionele groep (n=141) die geopereerd werden vóór invoering van de Fast Track en de Fast Track groep (n=341) die geopereerd werden na de invoering.

Opnameduur in dagen is de primaire uitkomstmaat. Het voorkomen van korte termijn complicaties (

Patiëntkarakteristieken verschilden niet tussen de groepen, behoudens een hogere prevalentie van diep veneuze trombose/longembolieën in de voorgeschiedenis van de Fast Track groep (0% vs. 4,1%, p=0,05).

De gemiddelde opnameduur van in de conventionele versus de Fast Track groep is 4,3 dagen vs. 2 dagen p<0,001. Het aantal korte termijn complicaties bleef gelijk na invoering van Fast Track (19,9% vs. 18,5%, ns). Er was een significant lager aantal naadlekkages in de Fast Track groep (5,7% vs. 0,8%, p<.01). Inleidingtijd, operatietijd, uitleidingstijd en verkoevertijd waren allen significant korter in de Fast Track groep. Het aantal heropnames was niet significant verschillend tussen beide groepen (7,1 % vs. 8,2%, ns).

Er was in de Fast Track groep duidelijk sprake van een kortere opnameduur. Of dit effect geheel is toe te schrijven aan de invoering van Fast Track is de maar de vraag. Het is aannemelijk dat ook een leercurve effect van zowel ons centrum als de behandelaars bijdraagt aan dit resultaat. De afname van het aantal naadlekkages en de gemiddelde operatietijd (elementen waar Fast Track geen invloed op kan hebben) onderstrepen dit. De invoering van ons Fast Track systeem is in ieder geval op een veilige manier gegaan: het heeft niet geleid tot meer korte termijn complicaties en ook niet tot meer heropnames.

Figuur 1. Opnameduur in conventionele en Fast Track groep.
Figuur 1. Peri-operatieve tijden.