Hedendaagse resultaten van EVAR in perspectief: een vroege vergelijking tussen de ENGAGE en EUROSTAR studies
Stokmans, R.A., Broos, P.P.H.L., Teijink, J.A.W., Cuypers, Ph.W.M., Buth, J., Sambeek, M.R.H.M. van
Voorzitter(s): Drs. A.M. Wiersema & dr. R.C. Minnee
Locatie(s): Zaal 82/83
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: vaten
Endovasculaire behandeling van het aneurysma (EVAR) is continu onderhevig aan verandering. Nieuwe generatie endografts zijn bedoeld het aantal complicaties en reïnterventies terug te dringen, terwijl de toepasbaarheid van EVAR wordt verbreed. Registratiestudies zijn essentieel om de kwaliteit en prestaties van hedendaagse endografts te monitoren. Omdat risico’s relatief klein zijn, is lange follow-up noodzakelijk om duidelijke verschillen aan te tonen. Vergelijken van resultaten van hedendaagse studies met die van historische cohorten, zoals EUROSTAR, zou hulp kunnen bieden om deze resultaten in perspectief te plaatsen.
De originele data van patiënten uit EUROSTAR zijn vergeleken met die van patiënten uit ENGAGE. Meer dan 500 unieke variabelen uit beide databases zijn gecontroleerd op data-kwaliteit en consistentie om de mogelijkheid van het samenvoegen van beide databases te onderzoeken. Uiteindelijk zijn 7.321 EUROSTAR patiënten (Excluder, Talent of Zenith) samengevoegd en vergeleken met 1.263 ENGAGE patiënten (Endurant). Voor deze analyse lag de focus op verschillen in intra-operatieve resultaten, mortaliteit en percentage secundaire interventies dat nodig bleek in het eerste jaar. P-waardes <0,05 werden significant geacht.
Patiënten uit beide cohorten bleken vergelijkbaar op baseline, maar ENGAGE patiënten waren vaker vrouw, waren ouder en hadden een groter aneurysma. Distributie van de ASA classificatie was vergelijkbaar in beide groepen, met ongeveer 10% ASA-IV patiënten. Operatieduur en transfusiebehoeftes namen af in ENGAGE ten opzichte van EUROSTAR, 103±47 versus 127±58 minuten, p<0,01 en 5,4% versus 15,6%, p<0,01, respectievelijk. Conversie naar open chirurgie binnen 30 dagen gebeurde minder vaak in ENGAGE (0,23% versus 0,74%, p=,04) en ook moraliteit was kleiner in ENGAGE (2,18% versus 1,27%, p=0,03). Perioperatief werden significant minder Type-I en Type-III endoleaks gerapporteerd in ENGAGE dan in EUROSTAR, 1,48% versus 4,64% (p<0,01).
Overlevingscurves voor all-cause mortaliteit na toonden geen verschillen tussen beide groepen na 1 jaar, respectievelijk 92,21% versus 92,51%, maar aneurysma-gerelateerde mortaliteit na 1 jaar nam af van 2.91% in EUROSTAR naar 1.53% in ENGAGE, p<0,01. Het risico op secondaire reïnterventies nam eveneens af in ENGAGE. In het eerste jaar na de operatie werden bij 8,27% van de patiënten in EUROSTAR één of meerder secundaire interventies uitgevoerd, terwijl dit 5,86% in ENGAGE bedroeg, p<0,01.
Conclusie.
Een continue vergelijking met EUROSTAR data is bruikbaar om resultaten van de ENGAGE studie in perspectief te plaatsen. Resultaten van deze vroege vergelijking zijn faveur voor de Endurant Stent Graft, met minder mortaliteit en secundaire interventies. Echter, langere follow-up en multivariate analyse is nodig om de houdbaarheid van deze resultaten te bevestigen.
- Over Stokmans, R.A.
- Over Broos, P.P.H.L.
- Over Teijink, J.A.W.
- Over Cuypers, Ph.W.M.
- Over Buth, J.
- Over Sambeek, M.R.H.M. van