Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

donderdag 30 mei 2013 14:45 - 14:55

Prospectieve evaluatie van de toegevoegde waarde van beeldvorming binnen de nationale diagnostische richtlijn appendicitis: vergeten we onze klinische blik?

Schok, T., Simons, P.C.G., Janssen-Heijnen, M.L.G., Peters, N.A.L.R., Konsten, J.L.M.

Voorzitter(s): Dr. E.C.T.H. Tan & dr. T.M. van Ginhoven

Locatie(s): Auditorium

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: algemeen & overig

In Nederland worden jaarlijks 16.000 appendectomieën verricht, waarvan 15 tot 20% achteraf onnodig blijkt te zijn. Om het aantal onnodige appendectomieën te verminderen heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde in 2010 de richtlijn appendicitis geïntroduceerd. Het doel van deze prospectieve observationele studie was de toegevoegde waarde van beeldvorming (volgens de richtlijn) te evalueren in de dagelijkse praktijk.

Het uitgangspunt van het stroomdiagram is het ontstaan van de verdenking appendicitis op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumdiagnostiek. De volgende stap is echografisch onderzoek van het abdomen en, in het geval een negatief of inconclusief resultaat, wordt een CT-scan van het abdomen aanbevolen. Voor kinderen en zwangere vrouwen is er een aangepast stappenplan.

Patiënten met verdenking appendicitis werden geïncludeerd op de spoedeisende hulp van een perifeer opleidingsziekenhuis van september 2011 tot en met mei 2012. Patiëntkarakteristieken en klinische bevindingen werden samengevat in de gevalideerde Modified Alvarado Score. De follow-up van alle geïncludeerde patiënten was 1 maand. Histopathologische bevindingen fungeerden als gouden standaard.

350 patiënten (mediane leeftijd 25 jaar, bereik 2-90) werden geïncludeerd; 237 (68%) volwassenen en 113 kinderen (< 18 jaar) (32%). 75 patiënten ondergingen geen beeldvorming vanwege lage verdenking of alternatieve diagnose. Bij 16 patiënten werd er afgeweken van de richtlijn. 259 patiënten (74%) ondergingen echografie. Vervolgens ondergingen 105 patiënten (30%) additioneel een CT-abdomen. Histopathologisch onderzoek bevestigde appendicitis in 112 (88%) van de 127 appendectomieën. 95 van deze 112 (85%) ondergingen een appendectomie op basis van een positieve uitslag bij beeldvorming en 17 (15%) gebaseerd op persisterende klinische verdenking na negatieve of inconclusieve uitslag. Van de 15 onnodige appendectomieën (12%) werden er 12 verricht na een foutpositieve uitslag van de beeldvorming en 3 na een inconclusieve uitslag. Uiteindelijk werd 54% van de appendicitiden aangetoond middels echografie. Met optioneel CT onderzoek werd dit percentage verhoogd naar 85%.

De resultaten van deze studie laten zien dat 12% van de patiënten met klinische verdenking appendicitis onnodig een appendectomie onderging na introductie van de richtlijn appendicitis. Dit toont een afname van het aantal onnodige appendectomieën, maar lager dan volgens verwachting op basis van de literatuur. Tegelijkertijd vertraagt beeldvorming de tijd tot operatie, zorgt het voor toename van zorgkosten en stralenbelasting. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of de toepassing van beeldvormend onderzoek afhankelijk zou moeten zijn van de patiëntensubgroep en de mate van klinische verdenking.