Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

NVvH

donderdag 30 mei 2013 15:25 - 15:35

Echogeleide borstsparende chirurgie voor palpabel mammacarcinoom: een onmiskenbaar effectieve techniek en kostenbesparend

Haloua, M.H., Krekel, N.M.A., Coupé, V.M.H., Bosmans, J.E., Lopes Cardoso, A.M.F., Bosch, A.M., Widt, L. de, Rijna, H., Muller, S., Veen, H. van der, Meijer, S., Tol, M.P. van den

Voorzitter(s): Dr. E.J.T. Luiten & dr. I.M.C. van der Ploeg

Locatie(s): Diezehal

Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: onco & endocrien

Introductie:

Mammasparende chirurgie voor palpabel mammacarcinoom gaat wereldwijd gepaard met een hoog percentage irradicaliteit en het verwijderen van te veel gezond borstweefsel. Dit zorgt voor onnodige secundaire behandelingen en heeft een slechte invloed op het uiteindelijke cosmetische resultaat. Echogeleide chirurgie zou beide uitkomsten kunnen verbeteren dankzij een toegenomen chirurgische precisie. Een multicentrische prospectief gerandomiseerde studie is uitgevoerd om echogeleide chirurgie (USS) te vergelijken met de standaard palpatiegeleide chirurgie (PGS). Het gebruik van een echoapparaat gaat echter gepaard met extra kosten. Als onderdeel van de COBALT-studie is een economische analyse verricht om de kosten en baten van USS te evalueren.

Methoden:

In totaal werden er 134 patiënten met een T1-T2 invasief mammacarcinoom gerandomiseerd voor USS (n=65) of PGS (n=69). Uitkomsten bedroegen radicaliteit, re-excisies, additionele radiotherapie boost en mastectomie. De economische analyse had betrekking op alle relevante aanvullende kosten van irradicale excisies en het gebruik van het echoapparaat. Voor iedere groep werden deze kosten per patiënt berekend en vervolgens geëxtrapoleerd naar de situatie in Nederland.

Resultaten:

Het percentage radicale excisies was hoger in de USS-groep (97%) ten opzichte van de PGS-groep (84%) (p<0,02). Dit resulteerde in significant minder additionele therapie in de USS-groep; 9% onderging een boost, 2% een re-excisie, 0% een mastectomie, terwijl in de PGS-groep 16% van de patiënten een boost onderging, 4% een re-excisie en 7% een mastectomie. Voor 70 patiënten per jaar waren de gemiddelde extra kosten per patiënt voor het gebruik van het echoapparaat 202€. Door de afname van additionele therapie, werd er in de USS-groep 356 euro aan kosten bespaard in vergelijking met PGS. Deze besparing minus de kosten voor het gebruik van het echoapparaat resulteerde in een gemiddelde kostenbesparing van 154 euro per USS-patiënt en kan hiermee een jaarlijkse landelijke kostenbesparing van 924.000 euro bewerkstelligen.

Conclusie:

USS verbetert niet alleen de radicaliteit en excisievolumina van de borstsparende behandeling van palpabel mammacarcinoom, maar is tevens kostenbesparend. Op de lange termijn zouden er minder reconstructieve ingrepen nodig kunnen zijn bij een afname van het aantal slechte cosmetische resultaten. Dit wordt nog onderzocht.