Een tijdelijk ileostoma: wanneer “even opheffen”?
Sier, M.F., Gelder, L. van, Lamme, B., Ubbink, D.T., Oostenbroek, R.J.
Voorzitter(s): Drs. A. van der Ven & dr. H.M. Kroon
Locatie(s): Brabantzaal
Categorie(ën): Topic: colorectaal
In de literatuur varieert de morbiditeit na opheffen van ileostomata tussen 17-33%.
Analyse van 359 patiënten waarbij de stoma kon worden opgeheven uit een cohort van 583 ileostomata, werd verricht. Wij onderzochten het beloop na opheffen van tijdelijke eindstandige of dubbelloops ileostomata om daarmee aanbevelingen te formuleren voor structurele verbetering van kwaliteit en patiëntenvoorlichting.
Over de periode 2001-2012 werden in ons ziekenhuis de gegevens uit de chirurgische complicatieregistratie samengevoegd met de prospectief verzamelde dataset van de stomaverpleegkundigen. Parameters verantwoordelijk voor morbiditeit en mortaliteit, ligduur, het percentage opgeheven stomata en tijdsinterval tussen aanleggen en opheffen werden bepaald.
Uit de groep van 583 ileostomata werd bij 359 patiënten (209 mannen en 150 vrouwen; leeftijd gem. 62 jaar) na een mediaan van ruim 6 maanden (range: 5,7 - 6,9 mnd.) de stoma opgeheven (291 dubbelloops, 81% en 68 eindstandig, 19%). Initieel werden 207 patiënten geopereerd voor een maligniteit (58%), 33 voor inflammatory bowel disease (9%), 50 voor diverticulitis (14%), 10 voor een ileus (3%), en 59 patiënten om andere redenen (16%). De mediane ligduur na opheffen bedroeg ruim 7 dagen.
De overige 224 ileostomata werden niet opgeheven: bij 68 patiënten werd de stoma palliatief aangelegd (11%), 53 patiënten hadden een te hoge morbiditeit (9%), 24 patiënten wilden zelf niet (4%), bij 34 patiënten was het technisch niet meer mogelijk (6%) en 45 patiënten zijn er niet aan toegekomen (8%). Deze laatste groep bijv. omdat patiënten inmiddels zijn overleden.
Ileostomata die niet binnen een jaar werden opgeheven, bleven permanent.
Complicaties traden op bij 117 patiënten na opheffen (33%) en 19 patiënten kregen ≥1 complicatie (5%). Bij 22 patiënten moest opnieuw een stoma worden aangelegd (6,1%). De stomagerelateerde mortaliteit na opheffen bedroeg 1,0 % (n=4). Opheffen van een eindstandig ileostoma leidde significant tot meer complicaties (35/68; 51%) dan bij een dubbelloops ileostoma (82/291; 28%) (p < 0,001). Dit verschil werd ook gezien tussen electief ( 92/306; 30%) en acuut ( 25/53; 47%) aangelegde ileostomata.
De morbiditeit na opheffen van een ileostoma is aanzienlijk. Het interval tussen aanleggen en opheffen blijkt substantieel langer dan gebruikelijk wordt aangegeven. Tevens blijkt de opnameduur aanzienlijk voor deze ingreep. Essentieel is dat chirurgen zich hiervan bewust zijn en de patiënt hierover adequaat voorlichten. Nader onderzoek is gaande om het aantal stomagerelateerde complicaties terug te dringen.