Vroege enterale voeding vermindert postoperatieve ileus en naadlekkage na grote rectum chirurgie: resultaten van een prospectief gerandomiseerde studie
Boelens, P.G., Heesakkers, F.F.B.M., Luyer, M.D., Roos, A.N., Barneveld, K.W.Y. van, Hingh, I.H.J.T. de, Nieuwenhuijzen, G.A.P., Rutten, H.J.T.
Voorzitter(s): Drs. A. van der Ven & dr. H.M. Kroon
Locatie(s): Brabantzaal
Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: colorectaal
Tegenwoordig worden patiënten na abdominale chirurgie direct postoperatief gestimuleerd om oraal te belasten. Dit lukt niet bij alle patiënten, zeker niet na een uitgebreide resectie. Postoperatieve ileus is een frequent gezien probleem na majeure abdominale chirurgie met als gevolg aanzienlijke morbiditeit en veelvuldig voorschrijven van parenterale voeding. Vooral de eerste dagen na grote chirurgie is de orale intake verminderd. Deze studie onderzocht of vroege enterale voeding via een nasojejunale sonde, als een overbrugging naar een volledig normaal dieet, postoperatieve ileus kan verminderen na grote rectum chirurgie.
Patiënten vanuit een tertiair verwijscentrum voor complexe rectumchirurgie werden geïncludeerd van januari 2009 tot oktober 2011. Er werden 123 patiënten met een rectum carcinoom (status na neoadjuvante (chemo-)radiatie en gepland voor resectie met of zonder intraoperatieve radiotherapie) preoperatief gerandomiseerd (met een online, externe randomisatie programma) naar vroege postoperatieve enterale voeding (n=61) of een vergelijkbaar voedingsschema via parenterale route (n=62). Acht uur na het sluiten van het abdomen werd de enterale of parenterale voeding gestart in de hemodynamisch stabiele patiënt. Enterale voeding werd toegediend via een nasojejunale sonde en de parenterale voeding via een jugularislijn. Parenterale voeding werd gekozen als controle voeding om beide groepen calorisch equivalent te laten zijn en zodoende confounding van uitkomstmaten te verminderen. In beide groepen werd orale intake gestimuleerd volgens ERAS principes. Primaire uitkomstmaat was ileus, gedefinieerd als aantal dagen tot eerste defecatie. Secundaire uitkomstmaten waren ziekenhuisopnameduur en complicaties. ‘Intention to treat’ principes werden toegepast.
Tijd tot eerste defecatie was significant korter bij patiënten in de enterale dan in de parenterale groep (respectievelijk 3.7 dagen +/- 2.4 versus 4.6 dagen+/- 2.4, p=0.028). Symptomen van vroege postoperatieve ileus kwamen minder voor na enteraal voeden dan na parenteraal voeden. Opmerkelijk was het minder voorkomen van naadlekkage bij patiënten in de vroege enterale groep (n=1) in vergelijking met de controle groep (n=9 patiënten, p= 0.009). Patiënten met enterale voeding verbleven korter in het ziekenhuis dan de patiënten uit de parenterale groep (respectievelijk 13.4 ± 2.2 dagen versus 16.7 ± 2.3 dagen (p=0.007)). Darmischemie door vroeg voeden werd niet gezien in onze patiëntenpopulatie.
Zeer vroege sondevoeding na grote rectum chirurgie is veilig. Enteraal voeden na grote rectum chirurgie resulteerde in minder postoperatieve ileus, minder naadlekkage en een kortere opnameduur.
- Over Boelens, P.G.
- Over Heesakkers, F.F.B.M.
- Over Luyer, M.D.
- Over Roos, A.N.
- Over Barneveld, K.W.Y. van
- Over Hingh, I.H.J.T. de
- Over Nieuwenhuijzen, G.A.P.
- Over Rutten, H.J.T.