NIV Congres

Zowel transplantaat- als patiëntoverleving na transplantatie zijn lager onder Amerikaanse Afrikanen in vergelijking tot Kaukasische Amerikanen. Aard van het grondlijden, het percentage levende donoren, duur van dialyse en sociaaleconomische factoren hebben daarin een rol. Wij onderzochten de uitkomsten van transplantatie in de etnische bevolkingsgroepen van de regio Amsterdam. Een retrospectieve cohort studie werd verricht onder alle niergetransplanteerden in de periode 2000-2011. Patiënten (n = 1064) werden gecategoriseerd volgens een onderverdeling, die de gemeente Amsterdam hanteert: “Nederlandse” achtergrond, Antilliaans, Surinaams, Turks, sub-Saharisch Afrikaans en Marokkaans. Een categorie “divers” werd toegevoegd. Transplantaat - en patiënt overleving werden geanalyseerd, en de volgende factoren: type donor, grondlijden, rejectie, het ontstaan van New Onset of Diabetes After Transplantation (NODAT) en het aantal No Shows op de polikliniek. 37% van alle getransplanteerden was van Niet Westerse (NW) achtergrond, waarvan 8.9%, 9.6%, 4.0%, 4.0% en 4.4% respectievelijk Antilliaans, Surinaams, Turks, sub-Saharisch Afrikaans en Marokkaans. De categorie divers betrof 5.5% van het totaal. Mean follow up was 55 ± 40 maanden. Het grondlijden in de NW groep was vaker dan in de westerse (W) groep Diabetes Mellitus II en hypertensie (15 vs. 4% en 17 vs. 22%). APKD kwam significant meer voor in de W groep. NW patiënten waren jonger ten tijde van transplantatie (47 ± 13 vs. 50 ± 13) en dialyseerden langer. Het percentage niertransplantatie met een levende donor (LD) nier betrof 17% in de NW vs. 41% in de W groep. Binnen de LD transplantaties kreeg de NW groep significant vaker een nier van familie. 5 Jaar transplantaatoverleving was 80% in de W en 73% in de NW groep. Transplantaatoverleving van alleen de Marokkaanse en de sub-saharische Afrikaanse groep verschilde signficant van de W groep. Het rejectie percentage was 24% in de W groep en 29% in de NW groep en 44% in de sub-saharische Afrikanen. De incidentie van NODAT verschilde niet tussen de groepen. Het aantal No Shows was significant hoger in de sub-saharische Afrikaanse en Surinaamse groep. Patiënten met een NW achtergrond dialyseren langer, hebben minder vaak een levende donor, hebben meer rejectie en kortere transplantaatoverleving. Stimulatie van het LD niertransplantatie programma i.c.m. patiëntvoorlichting en intensivering van de immunosuppressieve therapie zal de resultaten in deze groep kunnen verbeteren.